africhten

- Iedereen kan een hond africhten.

Anybody can train a dog, Jones.

- Ze kan dit niet africhten!

She can't train this!

- Ze kan mij africhten?

She thinks she could train me?

Als hij ze echt kan africhten, dan koop ik er een.

You know, if he really can train them to carry notes, I'd buy one.

Dat hoort bij dieren africhten.

It's animal training stuff.

- Je hebt hem goed afgericht.

You have him well trained.

- We hebben hem zo afgericht.

We'll have him trained in no time.

- Zit. Hij is afgericht.

Hey, look, he's trained.

-Een afgericht dier bedekt met 'n pantser.

- A trained animal...

David had me goed afgericht.

David still had me well trained.