Africhten (to train) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of africhten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
richt af
I train
richt af
you train
richt af
he/she/it trains
richten af
we train
richten af
you all train
richten af
they train
Present perfect tense
heb afgericht
I have trained
hebt afgericht
you have trained
heeft afgericht
he/she/it has trained
hebben afgericht
we have trained
hebben afgericht
you all have trained
hebben afgericht
they have trained
Past tense
richtte af
I trained
richtte af
you trained
richtte af
he/she/it trained
richtten af
we trained
richtten af
you all trained
richtten af
they trained
Future tense
zal africhten
I will train
zult africhten
you will train
zal africhten
he/she/it will train
zullen africhten
we will train
zullen africhten
you all will train
zullen africhten
they will train
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou africhten
I would train
zou africhten
you would train
zou africhten
he/she/it would train
zouden africhten
we would train
zouden africhten
you all would train
zouden africhten
they would train
Subjunctive mood
richte af
I train
richte af
you train
richte af
he/she/it train
richte af
we train
richte af
you all train
richte af
they train
Past perfect tense
had afgericht
I had trained
had afgericht
you had trained
had afgericht
he/she/it had trained
hadden afgericht
we had trained
hadden afgericht
you all had trained
hadden afgericht
they had trained
Future perf.
zal afgericht hebben
I will have trained
zal afgericht hebben
you will have trained
zal afgericht hebben
he/she/it will have trained
zullen afgericht hebben
we will have trained
zullen afgericht hebben
you all will have trained
zullen afgericht hebben
they will have trained
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgericht hebben
I would have trained
zou afgericht hebben
you would have trained
zou afgericht hebben
he/she/it would have trained
zouden afgericht hebben
we would have trained
zouden afgericht hebben
you all would have trained
zouden afgericht hebben
they would have trained
Present bijzin tense
africht
I train
africht
you train
africht
he/she/it trains
africhten
we train
africhten
you all train
africhten
they train
Past bijzin tense
africhtte
I trained
africhtte
you trained
africhtte
he/she/it trained
africhtten
we trained
africhtten
you all trained
africhtten
they trained
Future bijzin tense
zal africhten
I will train
zult africhten
you will train
zal africhten
he/she/it will train
zullen africhten
we will train
zullen africhten
you all will train
zullen africhten
they will train
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou africhten
I would train
zou africhten
you would train
zou africhten
he/she/it would train
zouden africhten
we would train
zouden africhten
you all would train
zouden africhten
they would train
Subjunctive bijzin mood
africhte
I train
africhte
you train
africhte
he/she/it train
africhte
we train
africhte
you all train
africhte
they train
Du
Ihr
Imperative mood
richt af
train
richt af
train

Examples of africhten

Example in DutchTranslation in English
- Iedereen kan een hond africhten.Anybody can train a dog, Jones.
- Ze kan dit niet africhten!She can't train this!
- Ze kan mij africhten?She thinks she could train me?
Als hij ze echt kan africhten, dan koop ik er een.You know, if he really can train them to carry notes, I'd buy one.
Dat hoort bij dieren africhten.It's animal training stuff.
- Je hebt hem goed afgericht.You have him well trained.
- We hebben hem zo afgericht.We'll have him trained in no time.
- Zit. Hij is afgericht.Hey, look, he's trained.
-Een afgericht dier bedekt met 'n pantser.- A trained animal...
David had me goed afgericht.David still had me well trained.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdichten
do
afhechten
do
aflichten
lift off
afvechten
do
afwachten
wait for
afzichten
do
afzuchten
do
berichten
communicate
inrichten
decorate
oprichten
run up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'train':

None found.
Learning languages?