Afwachten (to wait for) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of afwachten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wacht af
I wait for
wacht af
you wait for
wacht af
he/she/it waits for
wachten af
we wait for
wachten af
you all wait for
wachten af
they wait for
Present perfect tense
heb afgewacht
I have waited for
hebt afgewacht
you have waited for
heeft afgewacht
he/she/it has waited for
hebben afgewacht
we have waited for
hebben afgewacht
you all have waited for
hebben afgewacht
they have waited for
Past tense
wachtte af
I waited for
wachtte af
you waited for
wachtte af
he/she/it waited for
wachtten af
we waited for
wachtten af
you all waited for
wachtten af
they waited for
Future tense
zal afwachten
I will wait for
zult afwachten
you will wait for
zal afwachten
he/she/it will wait for
zullen afwachten
we will wait for
zullen afwachten
you all will wait for
zullen afwachten
they will wait for
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afwachten
I would wait for
zou afwachten
you would wait for
zou afwachten
he/she/it would wait for
zouden afwachten
we would wait for
zouden afwachten
you all would wait for
zouden afwachten
they would wait for
Subjunctive mood
wachte af
I wait for
wachte af
you wait for
wachte af
he/she/it wait for
wachte af
we wait for
wachte af
you all wait for
wachte af
they wait for
Past perfect tense
had afgewacht
I had waited for
had afgewacht
you had waited for
had afgewacht
he/she/it had waited for
hadden afgewacht
we had waited for
hadden afgewacht
you all had waited for
hadden afgewacht
they had waited for
Future perf.
zal afgewacht hebben
I will have waited for
zal afgewacht hebben
you will have waited for
zal afgewacht hebben
he/she/it will have waited for
zullen afgewacht hebben
we will have waited for
zullen afgewacht hebben
you all will have waited for
zullen afgewacht hebben
they will have waited for
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgewacht hebben
I would have waited for
zou afgewacht hebben
you would have waited for
zou afgewacht hebben
he/she/it would have waited for
zouden afgewacht hebben
we would have waited for
zouden afgewacht hebben
you all would have waited for
zouden afgewacht hebben
they would have waited for
Present bijzin tense
afwacht
I wait for
afwacht
you wait for
afwacht
he/she/it waits for
afwachten
we wait for
afwachten
you all wait for
afwachten
they wait for
Past bijzin tense
afwachtte
I waited for
afwachtte
you waited for
afwachtte
he/she/it waited for
afwachtten
we waited for
afwachtten
you all waited for
afwachtten
they waited for
Future bijzin tense
zal afwachten
I will wait for
zult afwachten
you will wait for
zal afwachten
he/she/it will wait for
zullen afwachten
we will wait for
zullen afwachten
you all will wait for
zullen afwachten
they will wait for
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afwachten
I would wait for
zou afwachten
you would wait for
zou afwachten
he/she/it would wait for
zouden afwachten
we would wait for
zouden afwachten
you all would wait for
zouden afwachten
they would wait for
Subjunctive bijzin mood
afwachte
I wait for
afwachte
you wait for
afwachte
he/she/it wait for
afwachte
we wait for
afwachte
you all wait for
afwachte
they wait for
Du
Ihr
Imperative mood
wacht af
wait for
wacht af
wait for

Examples of afwachten

Example in DutchTranslation in English
- Hij heeft gewoon z'n kans afgewacht.He just waited for the right opportunity.
Heeft hij z'n kans afgewacht?You're thinking he waited for the opportunity to take her?
Je hebt een taxi gestolen... en toen de juiste oproep afgewacht.You rolled some cabbie then waited for the right call.
Je hebt mijn bod afgewacht en je hebt 1 dollar meer geboden.You waited for my offer, and then you went a dollar over. You stole this place from me.
Ze hebben afgewacht tot we overstaken.They waited for us to cross.
Ze keken en wachtten af, en hebben toen een misdrijf voorkomen.They watched them, waited for them to make their move, then foiled a crime.
De luchtfoto van het kerkhof laat zien hoe de schutter schuilde, en afwachtte.From these aerial shots of the cemetery, you can see our shooter took a position of advantage with maximum cover and just waited for the procession to pull in.
- Waarom zou ik dat doen? Nou... Er is een kind in de kofferbak van een auto... en hij is gewoon afwachtend voor jou om hem te redden.Well... there's a kid in the trunk of a car and he's just waiting for you to rescue him.
Ik heb het al die jaren veilig bewaard, afwachtend totdat de juiste persoon het zou komen opeisen.I have kept it safe these years, waiting for the right person to claim it.
Ik was het aan het bekijken op mijn laptop, enthousiast de resultaten afwachtend.I was up streaming it on my laptop, enthusiastically waiting for the results.
Ik was slechts een misbare kloon, afwachtend op mijn beurt om afgeslacht te worden in een oorlog waar ik niets van snap.I was just another expendable clone waiting for my turn to be slaughtered in a war that made no sense to me.
Je bent een goede advocaat, maar je bent te afwachtend.- What? You're a good lawyer, but you're waiting for people to give you things.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdichten
do
afhechten
do
aflichten
lift off
africhten
train
afvechten
do
afzichten
do
afzuchten
do
inwachten
do
opwachten
waylay

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wait for':

None found.
Learning languages?