Afknijpen (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of afknijpen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knijp af
I do
knijpt af
you do
knijpt af
he/she/it does
knijpen af
we do
knijpen af
you all do
knijpen af
they do
Present perfect tense
heb afgeknepen
I have done
hebt afgeknepen
you have done
heeft afgeknepen
he/she/it has done
hebben afgeknepen
we have done
hebben afgeknepen
you all have done
hebben afgeknepen
they have done
Past tense
kneep af
I did
kneep af
you did
kneep af
he/she/it did
knepen af
we did
knepen af
you all did
knepen af
they did
Future tense
zal afknijpen
I will do
zult afknijpen
you will do
zal afknijpen
he/she/it will do
zullen afknijpen
we will do
zullen afknijpen
you all will do
zullen afknijpen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afknijpen
I would do
zou afknijpen
you would do
zou afknijpen
he/she/it would do
zouden afknijpen
we would do
zouden afknijpen
you all would do
zouden afknijpen
they would do
Subjunctive mood
knijpe af
I do
knijpe af
you do
knijpe af
he/she/it do
knijpe af
we do
knijpe af
you all do
knijpe af
they do
Past perfect tense
had afgeknepen
I had done
had afgeknepen
you had done
had afgeknepen
he/she/it had done
hadden afgeknepen
we had done
hadden afgeknepen
you all had done
hadden afgeknepen
they had done
Future perf.
zal afgeknepen hebben
I will have done
zal afgeknepen hebben
you will have done
zal afgeknepen hebben
he/she/it will have done
zullen afgeknepen hebben
we will have done
zullen afgeknepen hebben
you all will have done
zullen afgeknepen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeknepen hebben
I would have done
zou afgeknepen hebben
you would have done
zou afgeknepen hebben
he/she/it would have done
zouden afgeknepen hebben
we would have done
zouden afgeknepen hebben
you all would have done
zouden afgeknepen hebben
they would have done
Present bijzin tense
afknijp
I do
afknijpt
you do
afknijpt
he/she/it does
afknijpen
we do
afknijpen
you all do
afknijpen
they do
Past bijzin tense
afkneep
I did
afkneep
you did
afkneep
he/she/it did
afknepen
we did
afknepen
you all did
afknepen
they did
Future bijzin tense
zal afknijpen
I will do
zult afknijpen
you will do
zal afknijpen
he/she/it will do
zullen afknijpen
we will do
zullen afknijpen
you all will do
zullen afknijpen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afknijpen
I would do
zou afknijpen
you would do
zou afknijpen
he/she/it would do
zouden afknijpen
we would do
zouden afknijpen
you all would do
zouden afknijpen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afknijpe
I do
afknijpe
you do
afknijpe
he/she/it do
afknijpe
we do
afknijpe
you all do
afknijpe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
knijp af
do
knijpt af
do

Examples of afknijpen

Example in DutchTranslation in English
- Ik ga hem z'n ballen niet afknijpen.Just 'cause you like crunching his walnuts doesn't mean I do.
Laat je toch niet zo afknijpen.Get in this program, Stamm! Come on! You don't need this abuse!
Noemen jullie dat ook iemand afknijpen?Tell me, do you call it "pimping"? What?
Schat, ik zal effe afknijpen.How do you turn this thing off?
Ze probeert me over te halen om bij haar te komen wonen en ze denkt dat het afknijpen werkt.She's trying to get me to come and live with her and she thinks the big squeeze will do it.
Dat je er één nodig hebt, wil nog niet zeggen dat je je benen neerlegt en er één afknijpt.Just because you need one doesn't mean you drop your legs and pinch one off.
Ik moet duizend sit-ups doen en een beha kopen... die mijn rug niet zo strak afknijpt... zodat ik een, je weet wel, 'rug-borst' krijg.I gotta do a thousand sit-ups and buy a bra that doesn't squeeze my back so tight that I get, you know, back boob.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afknappen
do
afknippen
cut
afslijpen
grind off
beknijpen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?