Aanzweten (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of aanzweten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zweet aan
I do
zweet aan
you do
zweet aan
he/she/it does
zweten aan
we do
zweten aan
you all do
zweten aan
they do
Present perfect tense
heb aangezweten
I have done
hebt aangezweten
you have done
heeft aangezweten
he/she/it has done
hebben aangezweten
we have done
hebben aangezweten
you all have done
hebben aangezweten
they have done
Past tense
zweette aan
I did
zweette aan
you did
zweette aan
he/she/it did
zweetten aan
we did
zweetten aan
you all did
zweetten aan
they did
Future tense
zal aanzweten
I will do
zult aanzweten
you will do
zal aanzweten
he/she/it will do
zullen aanzweten
we will do
zullen aanzweten
you all will do
zullen aanzweten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanzweten
I would do
zou aanzweten
you would do
zou aanzweten
he/she/it would do
zouden aanzweten
we would do
zouden aanzweten
you all would do
zouden aanzweten
they would do
Subjunctive mood
zwete aan
I do
zwete aan
you do
zwete aan
he/she/it do
zwete aan
we do
zwete aan
you all do
zwete aan
they do
Past perfect tense
had aangezweten
I had done
had aangezweten
you had done
had aangezweten
he/she/it had done
hadden aangezweten
we had done
hadden aangezweten
you all had done
hadden aangezweten
they had done
Future perf.
zal aangezweten hebben
I will have done
zal aangezweten hebben
you will have done
zal aangezweten hebben
he/she/it will have done
zullen aangezweten hebben
we will have done
zullen aangezweten hebben
you all will have done
zullen aangezweten hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangezweten hebben
I would have done
zou aangezweten hebben
you would have done
zou aangezweten hebben
he/she/it would have done
zouden aangezweten hebben
we would have done
zouden aangezweten hebben
you all would have done
zouden aangezweten hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanzweet
I do
aanzweet
you do
aanzweet
he/she/it does
aanzweten
we do
aanzweten
you all do
aanzweten
they do
Past bijzin tense
aanzweetten
I did
aanzweetten
you did
aanzweetten
he/she/it did
aanzweetten
we did
aanzweetten
you all did
aanzweetten
they did
Future bijzin tense
zal aanzweten
I will do
zult aanzweten
you will do
zal aanzweten
he/she/it will do
zullen aanzweten
we will do
zullen aanzweten
you all will do
zullen aanzweten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanzweten
I would do
zou aanzweten
you would do
zou aanzweten
he/she/it would do
zouden aanzweten
we would do
zouden aanzweten
you all would do
zouden aanzweten
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanzwete
I do
aanzwete
you do
aanzwete
he/she/it do
aanzwete
we do
aanzwete
you all do
aanzwete
they do
Du
Ihr
Imperative mood
zweet aan
do
zweet aan
do

Examples of aanzweten

Example in DutchTranslation in English
Ja, Ritchie, geen zweet aan verspillen.Yeah, Ritchie, don't sweat that.
U lekker in het zweet aan het werken, meneer?Working up a good sweat there, sir? I don't sweat.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aangieten
pour
aanspeten
do
aanvreten
do
aanzetten
do
aanzitten
sit at table
aanzoeten
sweeten
aanzwepen
urge on
aanzweven
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?