Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanvreten (to do) conjugation

Dutch
11 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vreet aan
vreet aan
vreet aan
vreten aan
vreten aan
vreten aan
Present perfect tense
heb aangevreten
hebt aangevreten
heeft aangevreten
hebben aangevreten
hebben aangevreten
hebben aangevreten
Past tense
vrat aan
vrat aan
vrat aan
vraten aan
vraten aan
vraten aan
Future tense
zal aanvreten
zult aanvreten
zal aanvreten
zullen aanvreten
zullen aanvreten
zullen aanvreten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvreten
zou aanvreten
zou aanvreten
zouden aanvreten
zouden aanvreten
zouden aanvreten
Subjunctive mood
vrete aan
vrete aan
vrete aan
vrete aan
vrete aan
vrete aan
Past perfect tense
had aangevreten
had aangevreten
had aangevreten
hadden aangevreten
hadden aangevreten
hadden aangevreten
Future perf.
zal aangevreten hebben
zal aangevreten hebben
zal aangevreten hebben
zullen aangevreten hebben
zullen aangevreten hebben
zullen aangevreten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevreten hebben
zou aangevreten hebben
zou aangevreten hebben
zouden aangevreten hebben
zouden aangevreten hebben
zouden aangevreten hebben
Present bijzin tense
aanvreet
aanvreet
aanvreet
aanvreten
aanvreten
aanvreten
Past bijzin tense
aanvrat
aanvrat
aanvrat
aanvraten
aanvraten
aanvraten
Future bijzin tense
zal aanvreten
zult aanvreten
zal aanvreten
zullen aanvreten
zullen aanvreten
zullen aanvreten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvreten
zou aanvreten
zou aanvreten
zouden aanvreten
zouden aanvreten
zouden aanvreten
Subjunctive bijzin mood
aanvrete
aanvrete
aanvrete
aanvrete
aanvrete
aanvrete
Du
Ihr
Imperative mood
vreet aan
vreet aan

Examples of aanvreten

Example in DutchTranslation in English
Dat geweten dat ik niet heb vreet aan me.That conscience I don't have? It's been eating away at me.
Het vreet aan je als mensen elkaar iets aandoen.It eats at you when somebody's doing somebody wrong.
Het vreet aan je, niet?ANGELUS: Eats you up inside, doesn't it?
Het vreet aan je, nietwaar? - Ik kom er wel overheen.It sucks, don't it?
Het vreet aan je, nietwaar?- It kills you, doesn't it?
Je weet dat het water vol zout zit en dat het alles aangevreten is.Man, you know they got salt in that water, done ate everything up.
En dat vrat aan jou, nietwaar?- And that just burned you up, didn't it? - Yes.
Het vrat aan me.- I knew it would eat me up if I didn't.
Ik ging verder. Eerst dacht ik dat Bryce dat ook zou doen, maar het vrat aan hem.I moved on.Thought at first Bryce did,too,but it ate at him.
Ik wilde je niet weer storen over de telefoon, en de spanning vrat aan me ... En ondertussen is de middag al gepasseerd.Well, I didn't want to bother you with a call, and the suspense was kind of killing me, so it's way past noon.
Ik weet, dat het m'n longen aanvreet, maar ik spreek de volgende week het Congres toe, en dat wil ik niet doen, via een gat in mijn keel.I hear it eats your lungs. When I address Congress next month I don't want to do it breathing through a hole in my throat.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aangieten
pour
aanspeten
do
aanvatten
begin
aanvetten
fatten
aanvragen
request
aanzoeten
sweeten
aanzweten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.