Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanvallen (to assail) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
val aan
valt aan
valt aan
vallen aan
vallen aan
vallen aan
Present perfect tense
heb aangevallen
hebt aangevallen
heeft aangevallen
hebben aangevallen
hebben aangevallen
hebben aangevallen
Past tense
viel aan
viel aan
viel aan
vielen aan
vielen aan
vielen aan
Future tense
zal aanvallen
zult aanvallen
zal aanvallen
zullen aanvallen
zullen aanvallen
zullen aanvallen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvallen
zou aanvallen
zou aanvallen
zouden aanvallen
zouden aanvallen
zouden aanvallen
Subjunctive mood
valle aan
valle aan
valle aan
valle aan
valle aan
valle aan
Past perfect tense
had aangevallen
had aangevallen
had aangevallen
hadden aangevallen
hadden aangevallen
hadden aangevallen
Future perf.
zal aangevallen hebben
zal aangevallen hebben
zal aangevallen hebben
zullen aangevallen hebben
zullen aangevallen hebben
zullen aangevallen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevallen hebben
zou aangevallen hebben
zou aangevallen hebben
zouden aangevallen hebben
zouden aangevallen hebben
zouden aangevallen hebben
Present bijzin tense
aanval
aanvalt
aanvalt
aanvallen
aanvallen
aanvallen
Past bijzin tense
aanviel
aanviel
aanviel
aanvielen
aanvielen
aanvielen
Future bijzin tense
zal aanvallen
zult aanvallen
zal aanvallen
zullen aanvallen
zullen aanvallen
zullen aanvallen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvallen
zou aanvallen
zou aanvallen
zouden aanvallen
zouden aanvallen
zouden aanvallen
Subjunctive bijzin mood
aanvalle
aanvalle
aanvalle
aanvalle
aanvalle
aanvalle
Du
Ihr
Imperative mood
val aan
valt aan

Examples of aanvallen

Example in DutchTranslation in English
Door de aanvallen wil elk land de nieuwste wapens.His attacks have nations clamoring for the weapons that assail them.
Eén aanvaller zal niet makkelijk een groep aanvallen.A single assailant rarely attacks a group.
Die zonden het naar Washington... het enige strategische punt dat nog niet was aangevallen.- the only remaining unassailed strategic point.
- Als hij achterover lag tijdens de aanval, duiden zijn verwondingen erop dat hij zijn aanvaller wegduwde.Which means, if he was supine at the time of an attack, the injuries suggest he was pushing away the assailant.
Dat ik een koelbloedige moordenaar ben en dat ik jaag op onschuldige mensen. Ze zijn op zoek naar de dader die ervandoor is gegaan voordat je Darius hebt vermoord, degene die verantwoordelijk is voor de aanval op Heather.They're looking for the assailant that got away before you killed Darius, the one that ordered the hit on Heather.
Frontale aanval.Unarmed assailant-- frontal attack.
Ik heb de aanval openbaar gemaakt... en loof een beloning uit voor informatie over de dader.I issued a press release denouncing the attack and offered a reward for information leading to the assailants' capture.
Inspecteur, is het uw mening, dat de moordenaar, hij, zij of het, Mrs French heeft verrast met de aanval?Inspector, is it your opinion that the assailant, whether he, she or it, had taken Mrs French by surprise?
Als je belager je daarmee aanvalt...When your assailant lunges at you with a passion fruit, like thus--
Het is duidelijk dat ze net een glas water inschonk voor haar gast, toen hij haar aanviel.You can tell from the volume of shards. Obviously, she was pouring a glass of water for her guest when he assailed her.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanbellen
ring
aanhollen
tag along
aanrollen
roll along
aanvangen
begin
aanvatten
begin
aanvijlen
sharpen
aanvoelen
sense
aanvullen
add

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'assail':

None found.