Aanwetten (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of aanwetten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wet aan
I do
wet aan
you do
wet aan
he/she/it does
wetten aan
we do
wetten aan
you all do
wetten aan
they do
Present perfect tense
heb aangewet
I have done
hebt aangewet
you have done
heeft aangewet
he/she/it has done
hebben aangewet
we have done
hebben aangewet
you all have done
hebben aangewet
they have done
Past tense
wette aan
I did
wette aan
you did
wette aan
he/she/it did
wetten aan
we did
wetten aan
you all did
wetten aan
they did
Future tense
zal aanwetten
I will do
zult aanwetten
you will do
zal aanwetten
he/she/it will do
zullen aanwetten
we will do
zullen aanwetten
you all will do
zullen aanwetten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanwetten
I would do
zou aanwetten
you would do
zou aanwetten
he/she/it would do
zouden aanwetten
we would do
zouden aanwetten
you all would do
zouden aanwetten
they would do
Subjunctive mood
wette aan
I do
wette aan
you do
wette aan
he/she/it do
wette aan
we do
wette aan
you all do
wette aan
they do
Past perfect tense
had aangewet
I had done
had aangewet
you had done
had aangewet
he/she/it had done
hadden aangewet
we had done
hadden aangewet
you all had done
hadden aangewet
they had done
Future perf.
zal aangewet hebben
I will have done
zal aangewet hebben
you will have done
zal aangewet hebben
he/she/it will have done
zullen aangewet hebben
we will have done
zullen aangewet hebben
you all will have done
zullen aangewet hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangewet hebben
I would have done
zou aangewet hebben
you would have done
zou aangewet hebben
he/she/it would have done
zouden aangewet hebben
we would have done
zouden aangewet hebben
you all would have done
zouden aangewet hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanwet
I do
aanwet
you do
aanwet
he/she/it does
aanwetten
we do
aanwetten
you all do
aanwetten
they do
Past bijzin tense
aanwette
I did
aanwette
you did
aanwette
he/she/it did
aanwetten
we did
aanwetten
you all did
aanwetten
they did
Future bijzin tense
zal aanwetten
I will do
zult aanwetten
you will do
zal aanwetten
he/she/it will do
zullen aanwetten
we will do
zullen aanwetten
you all will do
zullen aanwetten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanwetten
I would do
zou aanwetten
you would do
zou aanwetten
he/she/it would do
zouden aanwetten
we would do
zouden aanwetten
you all would do
zouden aanwetten
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanwette
I do
aanwette
you do
aanwette
he/she/it do
aanwette
we do
aanwette
you all do
aanwette
they do
Du
Ihr
Imperative mood
wet aan
do
wet aan
do

Examples of aanwetten

Example in DutchTranslation in English
- Dirty John Tucker lapte de wet aan zijn laars.How about doing time? Dirty John Tucker did a stretch.
Hij lapt de wet aan z'n laars, want hij is er al vandoor met m'n lichaam.You see, that's my point. I don't think he's gonna really care much about the law because he's already absconded with my body, right? So...
Ik ben van plan dit volgens de wet aan te pakken.Now I aim to do this thing nice and legal.
Sommige mensen worden niet gestraft als ze de wet aan hun laars lappen.l guess some people have connections and don't get spanked when they break the law.
- Ormu trekt zich weinig van wetten aan.Against a lot of things in seefra system. Laws don't mean much to jerks like ormuz.
Misschien zijn de wetten aan vernieuwing toe.Maybe the current tort laws do need adjusting.
We vochten om morele redenen, namen wetten aan en wezen ze af.We fought for moral reasons, we passed laws, struck down laws for moral reasons.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanvatten
begin
aanvetten
fatten
aanwenden
increase
aanwennen
presume
aanwerpen
do
aanwerven
do
aanzetten
do
aanzitten
sit at table

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanrazen
do
aanstormen
do
aanstrepen
tally
aansukkelen
stagger
aantelen
do
aanvlammen
flam
aanwerven
do
aanweven
do
aanzakken
do
absorberen
absorb

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?