Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanvangen (to begin) conjugation

Dutch
20 examples

Conjugation of aanvangen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vang aan
I begin
vangt aan
you begin
vangt aan
he/she/it begins
vangen aan
we begin
vangen aan
you all begin
vangen aan
they begin
Present perfect tense
heb aangevangen
I have begun
hebt aangevangen
you have begun
heeft aangevangen
he/she/it has begun
hebben aangevangen
we have begun
hebben aangevangen
you all have begun
hebben aangevangen
they have begun
Past tense
ving aan
I began
ving aan
you began
ving aan
he/she/it began
vingen aan
we began
vingen aan
you all began
vingen aan
they began
Future tense
zal aanvangen
I will begin
zult aanvangen
you will begin
zal aanvangen
he/she/it will begin
zullen aanvangen
we will begin
zullen aanvangen
you all will begin
zullen aanvangen
they will begin
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvangen
I would begin
zou aanvangen
you would begin
zou aanvangen
he/she/it would begin
zouden aanvangen
we would begin
zouden aanvangen
you all would begin
zouden aanvangen
they would begin
Subjunctive mood
vange aan
I begin
vange aan
you begin
vange aan
he/she/it begin
vange aan
we begin
vange aan
you all begin
vange aan
they begin
Past perfect tense
had aangevangen
I had begun
had aangevangen
you had begun
had aangevangen
he/she/it had begun
hadden aangevangen
we had begun
hadden aangevangen
you all had begun
hadden aangevangen
they had begun
Future perf.
zal aangevangen hebben
I will have begun
zal aangevangen hebben
you will have begun
zal aangevangen hebben
he/she/it will have begun
zullen aangevangen hebben
we will have begun
zullen aangevangen hebben
you all will have begun
zullen aangevangen hebben
they will have begun
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevangen hebben
I would have begun
zou aangevangen hebben
you would have begun
zou aangevangen hebben
he/she/it would have begun
zouden aangevangen hebben
we would have begun
zouden aangevangen hebben
you all would have begun
zouden aangevangen hebben
they would have begun
Present bijzin tense
aanvang
I begin
aanvangt
you begin
aanvangt
he/she/it begins
aanvangen
we begin
aanvangen
you all begin
aanvangen
they begin
Past bijzin tense
aanving
I began
aanving
you began
aanving
he/she/it began
aanvingen
we began
aanvingen
you all began
aanvingen
they began
Future bijzin tense
zal aanvangen
I will begin
zult aanvangen
you will begin
zal aanvangen
he/she/it will begin
zullen aanvangen
we will begin
zullen aanvangen
you all will begin
zullen aanvangen
they will begin
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvangen
I would begin
zou aanvangen
you would begin
zou aanvangen
he/she/it would begin
zouden aanvangen
we would begin
zouden aanvangen
you all would begin
zouden aanvangen
they would begin
Subjunctive bijzin mood
aanvange
I begin
aanvange
you begin
aanvange
he/she/it begin
aanvange
we begin
aanvange
you all begin
aanvange
they begin
Du
Ihr
Imperative mood
vang aan
begin
vangt aan
begin

Examples of aanvangen

Example in DutchTranslation in English
Dames en heren, de uitvoering van Tosca zal zo aanvangen.Ladies and gentlemen, tonight's performance of Tosca will begin shortly.
Er is hier genoeg voor een rechtszaak, die later op de dag zal aanvangen.There is enough here to go to trial, which will begin later today.
Het grote werk kan aanvangen.The great work begins.
Het stuk zal weer aanvangen.The play will begin again.
Mijn plan was hem hier weg krijgen, de beslissende operatie aanvangen... de mensen vernietigen en een vrij Hub Battle Land uitroepen.My plan was to get him out of here, and begin the last operation annihilating the people and proclaiming a free Hub Battle Land!
Krijgers, vang aan!Warriors, begin!
Strijders, vang aan!Warriors, begin!
Het kwaad vangt aan."The evil begins."
Het tijdperk des onheil vangt aan op nieuwjaarsdag.The season of evil begins with the birth of the new year. Good.
We vangen aan met de zaak van de staat versus Fontaine.And so we begin in the matter of the state vs. Fontaine.
We vangen aan.So it begins.
Het is aangevangen.It has begun.
al dat stuk gaat, valt of versterft de ejaculatie van zaad heeft geen betekenis, anders dan die van verraad want al dat is gevormd, vervolmaakt of aangevangen zoals nieuw leven in de schoot heeft geen andere vervulling dan de dood"All that breaks falls or dies away, like the ejaculation of seed, has no other significance than betrayal, because everything shaped, completed, or begun, like life begotten in the womb, has no other fulfillment than the tomb."
en de slechtste tijd van m'n ving aan.and the worest time in my life began.
'De bouw kan een aanvang nemen.'"Construction may begin immediately."
Al van bij de aanvang, wilde ze zijn vader vermoorden.From the beginning, she wanted to kill his father.
Amerikaanse industrie bij de aanvang van mijn Congrescampagne in mijn aspiratie naar die stad op een heuvel, wil ik dit zeggen...As we look at this clean, American industry, and as I begin my campaign for congress in my aspiration toward that city on a hill, I would like to say this...
De autoriteiten geloven, dat de overval een laatste vertwijfelde poging is, om de RAF gevangenen in Stammheim voor aanvang van het proces, vrij te krijgen.Authorities believe the attack is a last desperate attempt... to demand the release of RAF prisoners in Stammheim before the trial begins.
De held gaat bij aanvang altijd over het water."the hero always crosses water in the beginning."
Voordat deze sessie aanvangt, Edelachtbare, wil ik u graag even benaderen.Before session begins, your honor, I would like to approach the bench.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanhangen
do
aanlangen
do
aanlengen
leave on
aanmengen
dilute
aanvallen
assail
aanvatten
begin
aanvoegen
join
aanvragen
request

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aansnellen
rush
aanstichten
instigate
aanstromen
flow towards
aantreffen
meet with
aantrekken
attract
aanvallen
assail
aanvaren
convey in ships
aanvlotten
do
aanwennen
presume
aanzuigen
aspirate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'begin':

None found.