Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanmeren (to berth) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
meer aan
meert aan
meert aan
meren aan
meren aan
meren aan
Present perfect tense
heb aangemeerd
hebt aangemeerd
heeft aangemeerd
hebben aangemeerd
hebben aangemeerd
hebben aangemeerd
Past tense
meerde aan
meerde aan
meerde aan
meerden aan
meerden aan
meerden aan
Future tense
zal aanmeren
zult aanmeren
zal aanmeren
zullen aanmeren
zullen aanmeren
zullen aanmeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanmeren
zou aanmeren
zou aanmeren
zouden aanmeren
zouden aanmeren
zouden aanmeren
Subjunctive mood
mere aan
mere aan
mere aan
mere aan
mere aan
mere aan
Past perfect tense
had aangemeerd
had aangemeerd
had aangemeerd
hadden aangemeerd
hadden aangemeerd
hadden aangemeerd
Future perf.
zal aangemeerd hebben
zal aangemeerd hebben
zal aangemeerd hebben
zullen aangemeerd hebben
zullen aangemeerd hebben
zullen aangemeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangemeerd hebben
zou aangemeerd hebben
zou aangemeerd hebben
zouden aangemeerd hebben
zouden aangemeerd hebben
zouden aangemeerd hebben
Present bijzin tense
aanmeer
aanmeert
aanmeert
aanmeren
aanmeren
aanmeren
Past bijzin tense
aanmeerde
aanmeerde
aanmeerde
aanmeerden
aanmeerden
aanmeerden
Future bijzin tense
zal aanmeren
zult aanmeren
zal aanmeren
zullen aanmeren
zullen aanmeren
zullen aanmeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanmeren
zou aanmeren
zou aanmeren
zouden aanmeren
zouden aanmeren
zouden aanmeren
Subjunctive bijzin mood
aanmere
aanmere
aanmere
aanmere
aanmere
aanmere
Du
Ihr
Imperative mood
meer aan
meert aan

Examples of aanmeren

Example in DutchTranslation in English
Je kan daar niet aanmeren!You can't berth there! MAN:

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanboren
do
aanhoren
listen to
aanleren
learn
aanmaken
produce
aanmanen
produce
aanmeten
measure for
aanturen
do
aanvaren
convey in ships
aanvuren
animate
aanzuren
acidify
afsmeren
smear
animeren
encourage

Similar but longer

aanmerken
consider
aansmeren
smear

Random

aanknoeien
do
aanlaten
leave on
aanleggen
leave on
aanleveren
deliver
aanlokken
luff
aanmarcheren
do
aanmengen
dilute
aanmerken
consider
aanplakken
post
aanroeien
row faster

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'berth':

None found.