Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aanvuren
to animate
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aanvuren
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vuur aan
I animate
vuurt aan
you animate
vuurt aan
he/she/it animates
vuren aan
we animate
vuren aan
you all animate
vuren aan
they animate
Present perfect tense
heb aangevuurd
I have animated
hebt aangevuurd
you have animated
heeft aangevuurd
he/she/it has animated
hebben aangevuurd
we have animated
hebben aangevuurd
you all have animated
hebben aangevuurd
they have animated
Past tense
vuurde aan
I animated
vuurde aan
you animated
vuurde aan
he/she/it animated
vuurden aan
we animated
vuurden aan
you all animated
vuurden aan
they animated
Future tense
zal aanvuren
I will animate
zult aanvuren
you will animate
zal aanvuren
he/she/it will animate
zullen aanvuren
we will animate
zullen aanvuren
you all will animate
zullen aanvuren
they will animate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvuren
I would animate
zou aanvuren
you would animate
zou aanvuren
he/she/it would animate
zouden aanvuren
we would animate
zouden aanvuren
you all would animate
zouden aanvuren
they would animate
Subjunctive mood
vure aan
I animate
vure aan
you animate
vure aan
he/she/it animate
vure aan
we animate
vure aan
you all animate
vure aan
they animate
Past perfect tense
had aangevuurd
I had animated
had aangevuurd
you had animated
had aangevuurd
he/she/it had animated
hadden aangevuurd
we had animated
hadden aangevuurd
you all had animated
hadden aangevuurd
they had animated
Future perf.
zal aangevuurd hebben
I will have animated
zal aangevuurd hebben
you will have animated
zal aangevuurd hebben
he/she/it will have animated
zullen aangevuurd hebben
we will have animated
zullen aangevuurd hebben
you all will have animated
zullen aangevuurd hebben
they will have animated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevuurd hebben
I would have animated
zou aangevuurd hebben
you would have animated
zou aangevuurd hebben
he/she/it would have animated
zouden aangevuurd hebben
we would have animated
zouden aangevuurd hebben
you all would have animated
zouden aangevuurd hebben
they would have animated
Present bijzin tense
aanvuur
I animate
aanvuurt
you animate
aanvuurt
he/she/it animates
aanvuren
we animate
aanvuren
you all animate
aanvuren
they animate
Past bijzin tense
aanvuurde
I animated
aanvuurde
you animated
aanvuurde
he/she/it animated
aanvuurden
we animated
aanvuurden
you all animated
aanvuurden
they animated
Future bijzin tense
zal aanvuren
I will animate
zult aanvuren
you will animate
zal aanvuren
he/she/it will animate
zullen aanvuren
we will animate
zullen aanvuren
you all will animate
zullen aanvuren
they will animate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvuren
I would animate
zou aanvuren
you would animate
zou aanvuren
he/she/it would animate
zouden aanvuren
we would animate
zouden aanvuren
you all would animate
zouden aanvuren
they would animate
Subjunctive bijzin mood
aanvure
I animate
aanvure
you animate
aanvure
he/she/it animate
aanvure
we animate
aanvure
you all animate
aanvure
they animate
Du
Ihr
Imperative mood
vuur aan
animate
vuurt aan
animate
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aanvuren
RELATED PAGES
aanboren
do
aanhoren
listen to
aanleren
learn
aanmeren
berth
aanturen
do
aanvaren
convey in ships
aanvegen
challenge
aanzuren
acidify
Back to Top