Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanhaken (to do) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
haak aan
haakt aan
haakt aan
haken aan
haken aan
haken aan
Present perfect tense
heb aangehaakt
hebt aangehaakt
heeft aangehaakt
hebben aangehaakt
hebben aangehaakt
hebben aangehaakt
Past tense
haakte aan
haakte aan
haakte aan
haakten aan
haakten aan
haakten aan
Future tense
zal aanhaken
zult aanhaken
zal aanhaken
zullen aanhaken
zullen aanhaken
zullen aanhaken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanhaken
zou aanhaken
zou aanhaken
zouden aanhaken
zouden aanhaken
zouden aanhaken
Subjunctive mood
hake aan
hake aan
hake aan
hake aan
hake aan
hake aan
Past perfect tense
had aangehaakt
had aangehaakt
had aangehaakt
hadden aangehaakt
hadden aangehaakt
hadden aangehaakt
Future perf.
zal aangehaakt hebben
zal aangehaakt hebben
zal aangehaakt hebben
zullen aangehaakt hebben
zullen aangehaakt hebben
zullen aangehaakt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangehaakt hebben
zou aangehaakt hebben
zou aangehaakt hebben
zouden aangehaakt hebben
zouden aangehaakt hebben
zouden aangehaakt hebben
Present bijzin tense
aanhaak
aanhaakt
aanhaakt
aanhaken
aanhaken
aanhaken
Past bijzin tense
aanhaakte
aanhaakte
aanhaakte
aanhaakten
aanhaakten
aanhaakten
Future bijzin tense
zal aanhaken
zult aanhaken
zal aanhaken
zullen aanhaken
zullen aanhaken
zullen aanhaken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanhaken
zou aanhaken
zou aanhaken
zouden aanhaken
zouden aanhaken
zouden aanhaken
Subjunctive bijzin mood
aanhake
aanhake
aanhake
aanhake
aanhake
aanhake
Du
Ihr
Imperative mood
haak aan
haakt aan

Examples of aanhaken

Example in DutchTranslation in English
Als je later wilt aanhaken, voor een biertje, dan zijn we bij Norm.Right, yeah, well, you know, it's a... If you do want to catch up later, maybe grab a beer with us, we'll be with Norm.
Als we kunnen aanhaken kunnen we 'm afremmen.So if we can catch up, we can tie it on to our locomotive. Try and slow down 777.
Omdat Leonard een nieuwe vriendin heeft, betekent niet dat ik uit moet uitgaan en aanhaken met een jongen.Just because Leonard has a new girlfriend does not mean I need to go out and hook up with some guy.
We moeten deze dubbel aanhaken.We got to do a double tie-in on this time.
En zoals jullie kunnen zien zijn dit de sporten. De haak aan het eind hingen ze aan een venster... En trokken ze zichzelf omhoog.And as you can see these are the rungs, and the hook at the end they would grasp onto one window and then pull themselves up.
Ik zou graag een keer een job hebben welke niet eindigt doordat iemand me zegt dat ik de haak aan de wilgen moet hangen.I'd like just once to have a job that doesn't end up with me getting told to sling my hook.
Z'n trui lag netjes gevouwen op het graf, dus ging hij terug naar de auto, waar een afgehakte haak aan de klink hing, omdat er gegild werd in het huis.His sweater was neatly folded on the grave... so we went back to the car... and the severed hook was hanging from the door handle... because the calls were coming from inside the house.
Zijn in de keuken op een haak aan de deur.They in the kitchen on a hook by the door.
Bleef haken aan de deur van het treinrijtuig.He collided with the train carriage door.
Wat weer aanhaakt bij een bepaald type moordenaar. Van zieken en zwakken. Zij die gedoemd zijn te sterven.And that mindset, in turn, reflects a particular kind of killer, one who chooses victims who are sick and weak, one whose victims, he believes, are doomed to die.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanhalen
quote
aanhopen
do
aanhoren
listen to
aanmaken
produce
aanraken
touch
aanroken
do

Similar but longer

aanharken
rake

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.