Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Wegschieten (to dart away) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schiet weg
schiet weg
schiet weg
schieten weg
schieten weg
schieten weg
Present perfect tense
heb weggeschoten
hebt weggeschoten
heeft weggeschoten
hebben weggeschoten
hebben weggeschoten
hebben weggeschoten
Past tense
schoot weg
schoot weg
schoot weg
schoten weg
schoten weg
schoten weg
Future tense
zal wegschieten
zult wegschieten
zal wegschieten
zullen wegschieten
zullen wegschieten
zullen wegschieten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegschieten
zou wegschieten
zou wegschieten
zouden wegschieten
zouden wegschieten
zouden wegschieten
Subjunctive mood
schiete weg
schiete weg
schiete weg
schiete weg
schiete weg
schiete weg
Past perfect tense
had weggeschoten
had weggeschoten
had weggeschoten
hadden weggeschoten
hadden weggeschoten
hadden weggeschoten
Future perf.
zal weggeschoten hebben
zal weggeschoten hebben
zal weggeschoten hebben
zullen weggeschoten hebben
zullen weggeschoten hebben
zullen weggeschoten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weggeschoten hebben
zou weggeschoten hebben
zou weggeschoten hebben
zouden weggeschoten hebben
zouden weggeschoten hebben
zouden weggeschoten hebben
Present bijzin tense
wegschiet
wegschiet
wegschiet
wegschieten
wegschieten
wegschieten
Past bijzin tense
wegschoot
wegschoot
wegschoot
wegschoten
wegschoten
wegschoten
Future bijzin tense
zal wegschieten
zult wegschieten
zal wegschieten
zullen wegschieten
zullen wegschieten
zullen wegschieten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wegschieten
zou wegschieten
zou wegschieten
zouden wegschieten
zouden wegschieten
zouden wegschieten
Subjunctive bijzin mood
wegschiete
wegschiete
wegschiete
wegschiete
wegschiete
wegschiete
Du
Ihr
Imperative mood
schiet weg
schiet weg

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wegdringen
push away
weghelpen
do
wegmoffelen
do
wegruimen
clear away
wegrukken
clear away
wegscheuren
tear
wegschoppen
spurn
wegsnellen
scud
wegstormen
storm off
wegsuffen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dart away':

None found.