Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vroegmalen (to free wheels) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vroegmaal
vroegmaalt
vroegmaalt
vroegmalen
vroegmalen
vroegmalen
Present perfect tense
heb gevroegmaald
hebt gevroegmaald
heeft gevroegmaald
hebben gevroegmaald
hebben gevroegmaald
hebben gevroegmaald
Past tense
vroegmaalde
vroegmaalde
vroegmaalde
vroegmaalden
vroegmaalden
vroegmaalden
Future tense
zal vroegmalen
zult vroegmalen
zal vroegmalen
zullen vroegmalen
zullen vroegmalen
zullen vroegmalen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vroegmalen
zou vroegmalen
zou vroegmalen
zouden vroegmalen
zouden vroegmalen
zouden vroegmalen
Subjunctive mood
vroegmale
vroegmale
vroegmale
vroegmale
vroegmale
vroegmale
Past perfect tense
had gevroegmaald
had gevroegmaald
had gevroegmaald
hadden gevroegmaald
hadden gevroegmaald
hadden gevroegmaald
Future perf.
zal gevroegmaald hebben
zal gevroegmaald hebben
zal gevroegmaald hebben
zullen gevroegmaald hebben
zullen gevroegmaald hebben
zullen gevroegmaald hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevroegmaald hebben
zou gevroegmaald hebben
zou gevroegmaald hebben
zouden gevroegmaald hebben
zouden gevroegmaald hebben
zouden gevroegmaald hebben
Du
Ihr
Imperative mood
vroegmaal
vroegmaalt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voortzeulen
do
vooruitkijken
look ahead
vooruitspringen
jut
vooruitsteken
jut
vooruitzetten
accelerate
vrijwaren
free state
vroegkosten
free wheels
vroegschaffen
free wheels
waren
arm
warmdraaien
warm up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'free wheels':

None found.