Verstoelen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of verstoelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verstoel
I do
verstoelt
you do
verstoelt
he/she/it does
verstoelen
we do
verstoelen
you all do
verstoelen
they do
Present perfect tense
heb verstoeld
I have done
hebt verstoeld
you have done
heeft verstoeld
he/she/it has done
hebben verstoeld
we have done
hebben verstoeld
you all have done
hebben verstoeld
they have done
Past tense
verstoelde
I did
verstoelde
you did
verstoelde
he/she/it did
verstoelden
we did
verstoelden
you all did
verstoelden
they did
Future tense
zal verstoelen
I will do
zult verstoelen
you will do
zal verstoelen
he/she/it will do
zullen verstoelen
we will do
zullen verstoelen
you all will do
zullen verstoelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verstoelen
I would do
zou verstoelen
you would do
zou verstoelen
he/she/it would do
zouden verstoelen
we would do
zouden verstoelen
you all would do
zouden verstoelen
they would do
Subjunctive mood
verstoele
I do
verstoele
you do
verstoele
he/she/it do
verstoele
we do
verstoele
you all do
verstoele
they do
Past perfect tense
had verstoeld
I had done
had verstoeld
you had done
had verstoeld
he/she/it had done
hadden verstoeld
we had done
hadden verstoeld
you all had done
hadden verstoeld
they had done
Future perf.
zal verstoeld hebben
I will have done
zal verstoeld hebben
you will have done
zal verstoeld hebben
he/she/it will have done
zullen verstoeld hebben
we will have done
zullen verstoeld hebben
you all will have done
zullen verstoeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verstoeld hebben
I would have done
zou verstoeld hebben
you would have done
zou verstoeld hebben
he/she/it would have done
zouden verstoeld hebben
we would have done
zouden verstoeld hebben
you all would have done
zouden verstoeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
verstoel
do
verstoelt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verschelen
do
verstallen
shall all
verstellen
mend
verstillen
still
verstokken
harden
verstommen
fall silent
verstompen
deaden
verstoppen
hide
verstouwen
stow

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?