Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

verstalen

to harden

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of verstalen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verstaal
I harden
verstaalt
you harden
verstaalt
he/she/it hardens
verstalen
we harden
verstalen
you all harden
verstalen
they harden
Present perfect tense
heb verstaald
I have hardened
hebt verstaald
you have hardened
heeft verstaald
he/she/it has hardened
hebben verstaald
we have hardened
hebben verstaald
you all have hardened
hebben verstaald
they have hardened
Past tense
verstaalde
I hardened
verstaalde
you hardened
verstaalde
he/she/it hardened
verstaalden
we hardened
verstaalden
you all hardened
verstaalden
they hardened
Future tense
zal verstalen
I will harden
zult verstalen
you will harden
zal verstalen
he/she/it will harden
zullen verstalen
we will harden
zullen verstalen
you all will harden
zullen verstalen
they will harden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verstalen
I would harden
zou verstalen
you would harden
zou verstalen
he/she/it would harden
zouden verstalen
we would harden
zouden verstalen
you all would harden
zouden verstalen
they would harden
Subjunctive mood
verstale
I harden
verstale
you harden
verstale
he/she/it harden
verstale
we harden
verstale
you all harden
verstale
they harden
Past perfect tense
had verstaald
I had hardened
had verstaald
you had hardened
had verstaald
he/she/it had hardened
hadden verstaald
we had hardened
hadden verstaald
you all had hardened
hadden verstaald
they had hardened
Future perf.
zal verstaald hebben
I will have hardened
zal verstaald hebben
you will have hardened
zal verstaald hebben
he/she/it will have hardened
zullen verstaald hebben
we will have hardened
zullen verstaald hebben
you all will have hardened
zullen verstaald hebben
they will have hardened
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verstaald hebben
I would have hardened
zou verstaald hebben
you would have hardened
zou verstaald hebben
he/she/it would have hardened
zouden verstaald hebben
we would have hardened
zouden verstaald hebben
you all would have hardened
zouden verstaald hebben
they would have hardened
Du
Ihr
Imperative mood
verstaal
harden
verstaalt
harden

Examples of verstalen

Hebzucht heeft jouw hart verstaald... en geld heeft jouw ziel vergiftigd.

I can see it: Greed has hardened your heart. And money's poisoned your soul.