Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Versagen (to despond) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
versaag
versaagt
versaagt
versagen
versagen
versagen
Present perfect tense
heb versaagd
hebt versaagd
heeft versaagd
hebben versaagd
hebben versaagd
hebben versaagd
Past tense
versaagde
versaagde
versaagde
versaagden
versaagden
versaagden
Future tense
zal versagen
zult versagen
zal versagen
zullen versagen
zullen versagen
zullen versagen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou versagen
zou versagen
zou versagen
zouden versagen
zouden versagen
zouden versagen
Subjunctive mood
versage
versage
versage
versage
versage
versage
Past perfect tense
had versaagd
had versaagd
had versaagd
hadden versaagd
hadden versaagd
hadden versaagd
Future perf.
zal versaagd hebben
zal versaagd hebben
zal versaagd hebben
zullen versaagd hebben
zullen versaagd hebben
zullen versaagd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou versaagd hebben
zou versaagd hebben
zou versaagd hebben
zouden versaagd hebben
zouden versaagd hebben
zouden versaagd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
versaag
versaagt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verdagen
postpone
verengen
narrow
verhogen
raise
verjagen
scare
verlagen
lower
vermogen
might
vervagen
fade
verwegen
reconsider
verzagen
saw

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vermommen
disguise
verontwaardigen
make indignant
verpletten
crush
verpoppen
pupate
verraden
betray
verreizen
depart on
verronselen
do
verruwen
roughen
versassen
expropriate
verschalken
outwit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'despond':

None found.