Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

verlokken

to tempt

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of verlokken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verlok
I tempt
verlokt
you tempt
verlokt
he/she/it tempts
verlokken
we tempt
verlokken
you all tempt
verlokken
they tempt
Present perfect tense
heb verlokt
I have tempted
hebt verlokt
you have tempted
heeft verlokt
he/she/it has tempted
hebben verlokt
we have tempted
hebben verlokt
you all have tempted
hebben verlokt
they have tempted
Past tense
verlokte
I tempted
verlokte
you tempted
verlokte
he/she/it tempted
verlokten
we tempted
verlokten
you all tempted
verlokten
they tempted
Future tense
zal verlokken
I will tempt
zult verlokken
you will tempt
zal verlokken
he/she/it will tempt
zullen verlokken
we will tempt
zullen verlokken
you all will tempt
zullen verlokken
they will tempt
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verlokken
I would tempt
zou verlokken
you would tempt
zou verlokken
he/she/it would tempt
zouden verlokken
we would tempt
zouden verlokken
you all would tempt
zouden verlokken
they would tempt
Subjunctive mood
verlokke
I tempt
verlokke
you tempt
verlokke
he/she/it tempt
verlokke
we tempt
verlokke
you all tempt
verlokke
they tempt
Past perfect tense
had verlokt
I had tempted
had verlokt
you had tempted
had verlokt
he/she/it had tempted
hadden verlokt
we had tempted
hadden verlokt
you all had tempted
hadden verlokt
they had tempted
Future perf.
zal verlokt hebben
I will have tempted
zal verlokt hebben
you will have tempted
zal verlokt hebben
he/she/it will have tempted
zullen verlokt hebben
we will have tempted
zullen verlokt hebben
you all will have tempted
zullen verlokt hebben
they will have tempted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verlokt hebben
I would have tempted
zou verlokt hebben
you would have tempted
zou verlokt hebben
he/she/it would have tempted
zouden verlokt hebben
we would have tempted
zouden verlokt hebben
you all would have tempted
zouden verlokt hebben
they would have tempted
Du
Ihr
Imperative mood
verlok
tempt
verlokt
tempt

Examples of verlokken

Heb je je niet afgevraagd... waarom ik jou probeer te verlokken... en niet hem?

Haven't you wondered why I'm attempting to entice you... rather than him?

Laat je niet verlokken door vlees.

Don't be tempted by flesh.