Tekortdoen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of tekortdoen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
doe tekort
I do
doet tekort
you do
doet tekort
he/she/it does
doen tekort
we do
doen tekort
you all do
doen tekort
they do
Present perfect tense
heb tekortgedaan
I have done
hebt tekortgedaan
you have done
heeft tekortgedaan
he/she/it has done
hebben tekortgedaan
we have done
hebben tekortgedaan
you all have done
hebben tekortgedaan
they have done
Past tense
deed tekort
I did
deed tekort
you did
deed tekort
he/she/it did
deden tekort
we did
deden tekort
you all did
deden tekort
they did
Future tense
zal tekortdoen
I will do
zult tekortdoen
you will do
zal tekortdoen
he/she/it will do
zullen tekortdoen
we will do
zullen tekortdoen
you all will do
zullen tekortdoen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tekortdoen
I would do
zou tekortdoen
you would do
zou tekortdoen
he/she/it would do
zouden tekortdoen
we would do
zouden tekortdoen
you all would do
zouden tekortdoen
they would do
Subjunctive mood
doe tekort
I do
doe tekort
you do
doe tekort
he/she/it do
doe tekort
we do
doe tekort
you all do
doe tekort
they do
Past perfect tense
had tekortgedaan
I had done
had tekortgedaan
you had done
had tekortgedaan
he/she/it had done
hadden tekortgedaan
we had done
hadden tekortgedaan
you all had done
hadden tekortgedaan
they had done
Future perf.
zal tekortgedaan hebben
I will have done
zal tekortgedaan hebben
you will have done
zal tekortgedaan hebben
he/she/it will have done
zullen tekortgedaan hebben
we will have done
zullen tekortgedaan hebben
you all will have done
zullen tekortgedaan hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tekortgedaan hebben
I would have done
zou tekortgedaan hebben
you would have done
zou tekortgedaan hebben
he/she/it would have done
zouden tekortgedaan hebben
we would have done
zouden tekortgedaan hebben
you all would have done
zouden tekortgedaan hebben
they would have done
Present bijzin tense
tekortdoe
I do
tekortdoet
you do
tekortdoet
he/she/it does
tekortdoen
we do
tekortdoen
you all do
tekortdoen
they do
Past bijzin tense
tekortdeed
I did
tekortdeed
you did
tekortdeed
he/she/it did
tekortdeden
we did
tekortdeden
you all did
tekortdeden
they did
Future bijzin tense
zal tekortdoen
I will do
zult tekortdoen
you will do
zal tekortdoen
he/she/it will do
zullen tekortdoen
we will do
zullen tekortdoen
you all will do
zullen tekortdoen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tekortdoen
I would do
zou tekortdoen
you would do
zou tekortdoen
he/she/it would do
zouden tekortdoen
we would do
zouden tekortdoen
you all would do
zouden tekortdoen
they would do
Subjunctive bijzin mood
tekortdoe
I do
tekortdoe
you do
tekortdoe
he/she/it do
tekortdoe
we do
tekortdoe
you all do
tekortdoe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
doe tekort
do
doet tekort
do

Examples of tekortdoen

Example in DutchTranslation in English
Ik wil je niet tekortdoen, Theresa.And I don't want to cheat you, Theresa.
Ik wil niemand tekortdoen.I don't want to make anybody feel bad.
Je moet jezelf niet tekortdoen.Hey, don't sell yourself cheap, lady.
Uw penning is in deze stad niet geldig. - Ik wil niemand tekortdoen.Maybe you've forgotten that your badge doesn't work in this city, Detective Taylor
Waarom wil je je leven zo tekortdoen?Why do you wanna sell your life short?
Denk je nog altijd dat ze tekortgedaan is?Still think she was hard done by?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?