Substantiveren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of substantiveren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
substantiveer
I do
substantiveert
you do
substantiveert
he/she/it does
substantiveren
we do
substantiveren
you all do
substantiveren
they do
Present perfect tense
heb gesubstantiveerd
I have done
hebt gesubstantiveerd
you have done
heeft gesubstantiveerd
he/she/it has done
hebben gesubstantiveerd
we have done
hebben gesubstantiveerd
you all have done
hebben gesubstantiveerd
they have done
Past tense
substantiveerde
I did
substantiveerde
you did
substantiveerde
he/she/it did
substantiveerden
we did
substantiveerden
you all did
substantiveerden
they did
Future tense
zal substantiveren
I will do
zult substantiveren
you will do
zal substantiveren
he/she/it will do
zullen substantiveren
we will do
zullen substantiveren
you all will do
zullen substantiveren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou substantiveren
I would do
zou substantiveren
you would do
zou substantiveren
he/she/it would do
zouden substantiveren
we would do
zouden substantiveren
you all would do
zouden substantiveren
they would do
Subjunctive mood
substantivere
I do
substantivere
you do
substantivere
he/she/it do
substantivere
we do
substantivere
you all do
substantivere
they do
Past perfect tense
had gesubstantiveerd
I had done
had gesubstantiveerd
you had done
had gesubstantiveerd
he/she/it had done
hadden gesubstantiveerd
we had done
hadden gesubstantiveerd
you all had done
hadden gesubstantiveerd
they had done
Future perf.
zal gesubstantiveerd hebben
I will have done
zal gesubstantiveerd hebben
you will have done
zal gesubstantiveerd hebben
he/she/it will have done
zullen gesubstantiveerd hebben
we will have done
zullen gesubstantiveerd hebben
you all will have done
zullen gesubstantiveerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesubstantiveerd hebben
I would have done
zou gesubstantiveerd hebben
you would have done
zou gesubstantiveerd hebben
he/she/it would have done
zouden gesubstantiveerd hebben
we would have done
zouden gesubstantiveerd hebben
you all would have done
zouden gesubstantiveerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
substantiveer
do
substantiveert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

stropen
poach
stuklezen
piece read more
stukvallen
fall to pieces
stumperen
do
sublimeren
do
subsidiëren
subsidize
substitueren
do
suppliëren
do
surinamiseren
do
talmen
hesitate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?