Struiken (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of struiken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
struik
I do
struikt
you do
struikt
he/she/it does
struiken
we do
struiken
you all do
struiken
they do
Present perfect tense
heb gestruikt
I have done
hebt gestruikt
you have done
heeft gestruikt
he/she/it has done
hebben gestruikt
we have done
hebben gestruikt
you all have done
hebben gestruikt
they have done
Past tense
struikte
I did
struikte
you did
struikte
he/she/it did
struikten
we did
struikten
you all did
struikten
they did
Future tense
zal struiken
I will do
zult struiken
you will do
zal struiken
he/she/it will do
zullen struiken
we will do
zullen struiken
you all will do
zullen struiken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou struiken
I would do
zou struiken
you would do
zou struiken
he/she/it would do
zouden struiken
we would do
zouden struiken
you all would do
zouden struiken
they would do
Subjunctive mood
struike
I do
struike
you do
struike
he/she/it do
struike
we do
struike
you all do
struike
they do
Past perfect tense
had gestruikt
I had done
had gestruikt
you had done
had gestruikt
he/she/it had done
hadden gestruikt
we had done
hadden gestruikt
you all had done
hadden gestruikt
they had done
Future perf.
zal gestruikt hebben
I will have done
zal gestruikt hebben
you will have done
zal gestruikt hebben
he/she/it will have done
zullen gestruikt hebben
we will have done
zullen gestruikt hebben
you all will have done
zullen gestruikt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gestruikt hebben
I would have done
zou gestruikt hebben
you would have done
zou gestruikt hebben
he/she/it would have done
zouden gestruikt hebben
we would have done
zouden gestruikt hebben
you all would have done
zouden gestruikt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
struik
do
struikt
do

Examples of struiken

Example in DutchTranslation in English
- Aan de ander kant van de struiken.Senator, do you have a pond on the property?
- Die lag in de struiken. Ik duw 'm omdat hij 't niet doet.I found it in the woods, and I'm pushing it because it doesn't work.
- Ik ben voor struiken.- I came down on the side of shrubs.
Als ik overgeef, wil je het dan op de struiken of op het gras?If I throw up, do you want it on the bushes or the grass?
Als je niet stopt met dat Star Trek gedoe, dan duw ik je in die struiken.If you don't stop with that "Star Trek", I'll push you in that sticker bush. Stop!
- Ik wil geen struik zijn.- I don't want to be a bush.
Als ik m'n huwelijk nieuw leven inblaas en de hond opgraaf... dan gaat de struik, ik dus, dood.So if I try to revitalize the marriage... You know, digging up the dog. - Then I'm killing the shrub, which is me.
Als je ons niet zegt waar we een struik kunnen kopen... zeggen wij...If you do not tell us where we can buy a shrubbery, my friend and l will say....
Ben jij de zingende struik ?Yea, ho, blow the man down
Dat is waarom ik niet wil dat iedereen weet dat de politie mijn arme, onschuldige oom Burl... van die vrouw haar verraderlijke heilige struik weghaalde.That's why I don't want anyone to know law enforcement dragged my poor, innocent uncle Burl out of that woman's treacherous holly bush.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beruiken
smell
streaken
streak
strekken
extend
strijken
stroke
strikken
do
struinen
stroll

Similar but longer

struikelen
trip

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?