Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

schuilen

to take shelter

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of schuilen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schuil
I take shelter
schuilt
you take shelter
schuilt
he/she/it takes shelter
schuilen
we take shelter
schuilen
you all take shelter
schuilen
they take shelter
Present perfect tense
heb gescholen;heb geschuild
I have taken shelter
hebt gescholen;hebt geschuild
you have taken shelter
heeft gescholen;heeft geschuild
he/she/it has taken shelter
hebben gescholen;hebben geschuild
we have taken shelter
hebben gescholen;hebben geschuild
you all have taken shelter
hebben gescholen;hebben geschuild
they have taken shelter
Past tense
school
I took shelter
school
you took shelter
school
he/she/it took shelter
scholen
we took shelter
scholen
you all took shelter
scholen
they took shelter
Future tense
zal schuilen
I will take shelter
zult schuilen
you will take shelter
zal schuilen
he/she/it will take shelter
zullen schuilen
we will take shelter
zullen schuilen
you all will take shelter
zullen schuilen
they will take shelter
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schuilen
I would take shelter
zou schuilen
you would take shelter
zou schuilen
he/she/it would take shelter
zouden schuilen
we would take shelter
zouden schuilen
you all would take shelter
zouden schuilen
they would take shelter
Subjunctive mood
schuile
I take shelter
schuile
you take shelter
schuile
he/she/it take shelter
schuile
we take shelter
schuile
you all take shelter
schuile
they take shelter
Past perfect tense
had gescholen;had geschuild
I had taken shelter
had gescholen;had geschuild
you had taken shelter
had gescholen;had geschuild
he/she/it had taken shelter
hadden gescholen;hadden geschuild
we had taken shelter
hadden gescholen;hadden geschuild
you all had taken shelter
hadden gescholen;hadden geschuild
they had taken shelter
Future perf.
zal gescholen hebben;zal geschuild hebben
I will have taken shelter
zal gescholen hebben;zal geschuild hebben
you will have taken shelter
zal gescholen hebben;zal geschuild hebben
he/she/it will have taken shelter
zullen gescholen hebben;zullen geschuild hebben
we will have taken shelter
zullen gescholen hebben;zullen geschuild hebben
you all will have taken shelter
zullen gescholen hebben;zullen geschuild hebben
they will have taken shelter
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gescholen hebben;zou geschuild hebben
I would have taken shelter
zou gescholen hebben;zou geschuild hebben
you would have taken shelter
zou gescholen hebben;zou geschuild hebben
he/she/it would have taken shelter
zouden gescholen hebben;zouden geschuild hebben
we would have taken shelter
zouden gescholen hebben;zouden geschuild hebben
you all would have taken shelter
zouden gescholen hebben;zouden geschuild hebben
they would have taken shelter
Du
Ihr
Imperative mood
schuil
take shelter
schuilt
take shelter

Examples of schuilen

Als gevaar dreigt, schuilen ze snel in haar bek.

When threatened, they take shelter in her mouth.

Als jullie bang worden... stel ik voor om te schuilen in de casino's, of verder te lopen.

If you're at all squeamish, I encourage you to take shelter inside the casinos.

En waar gingen we schuilen tijdens de bliksem?

And where did we take shelter during that dangerous lightning storm?

Ik zal schuilen binnen die muren.

I would take shelter within its walls.

Is ze soms bij Vaughn gaan schuilen?

What happened? She take shelter with Vaughn?

Jij schuilt in de ruïnes van dat wat je ooit zelf in brand stak.

You now take shelter in the ruins of a castle that you yourself burned down.