Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Purgeren (to puree) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
purgeer
purgeert
purgeert
purgeren
purgeren
purgeren
Present perfect tense
heb gepurgeerd
hebt gepurgeerd
heeft gepurgeerd
hebben gepurgeerd
hebben gepurgeerd
hebben gepurgeerd
Past tense
purgeerde
purgeerde
purgeerde
purgeerden
purgeerden
purgeerden
Future tense
zal purgeren
zult purgeren
zal purgeren
zullen purgeren
zullen purgeren
zullen purgeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou purgeren
zou purgeren
zou purgeren
zouden purgeren
zouden purgeren
zouden purgeren
Subjunctive mood
purgere
purgere
purgere
purgere
purgere
purgere
Past perfect tense
had gepurgeerd
had gepurgeerd
had gepurgeerd
hadden gepurgeerd
hadden gepurgeerd
hadden gepurgeerd
Future perf.
zal gepurgeerd hebben
zal gepurgeerd hebben
zal gepurgeerd hebben
zullen gepurgeerd hebben
zullen gepurgeerd hebben
zullen gepurgeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepurgeerd hebben
zou gepurgeerd hebben
zou gepurgeerd hebben
zouden gepurgeerd hebben
zouden gepurgeerd hebben
zouden gepurgeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
purgeer
purgeert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

peigeren
do
pulseren
pulsate
pulveren
do
punteren
punt
purperen
purple

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

pointeren
do
projecteren
project
prolongeren
extend
propaganderen
propagandize
protocolleren
protocol learn
protsen
do
pureren
puree
purperen
purple
raadplegen
consult
rangschikken
order

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'puree':

None found.