Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Parlevinken (to parle finches) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
parlevink
parlevinkt
parlevinkt
parlevinken
parlevinken
parlevinken
Present perfect tense
heb geparlevinkt
hebt geparlevinkt
heeft geparlevinkt
hebben geparlevinkt
hebben geparlevinkt
hebben geparlevinkt
Past tense
parlevinkte
parlevinkte
parlevinkte
parlevinkten
parlevinkten
parlevinkten
Future tense
zal parlevinken
zult parlevinken
zal parlevinken
zullen parlevinken
zullen parlevinken
zullen parlevinken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou parlevinken
zou parlevinken
zou parlevinken
zouden parlevinken
zouden parlevinken
zouden parlevinken
Subjunctive mood
parlevinke
parlevinke
parlevinke
parlevinke
parlevinke
parlevinke
Past perfect tense
had geparlevinkt
had geparlevinkt
had geparlevinkt
hadden geparlevinkt
hadden geparlevinkt
hadden geparlevinkt
Future perf.
zal geparlevinkt hebben
zal geparlevinkt hebben
zal geparlevinkt hebben
zullen geparlevinkt hebben
zullen geparlevinkt hebben
zullen geparlevinkt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geparlevinkt hebben
zou geparlevinkt hebben
zou geparlevinkt hebben
zouden geparlevinkt hebben
zouden geparlevinkt hebben
zouden geparlevinkt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
parlevink
parlevinkt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overeenkomen
reconcile with
paardrijden
ride on horseback
pakken
take
panden
do
parfumeren
perfume
parlesanten
parle santen
parodiëren
parle finches
passagieren
shore leave
pelgrimeren
pilgrimage
percuteren
perceive

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'parle finches':

None found.