Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Parfumeren (to perfume) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
parfumeer
parfumeert
parfumeert
parfumeren
parfumeren
parfumeren
Present perfect tense
heb geparfumeerd
hebt geparfumeerd
heeft geparfumeerd
hebben geparfumeerd
hebben geparfumeerd
hebben geparfumeerd
Past tense
parfumeerde
parfumeerde
parfumeerde
parfumeerden
parfumeerden
parfumeerden
Future tense
zal parfumeren
zult parfumeren
zal parfumeren
zullen parfumeren
zullen parfumeren
zullen parfumeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou parfumeren
zou parfumeren
zou parfumeren
zouden parfumeren
zouden parfumeren
zouden parfumeren
Subjunctive mood
parfumere
parfumere
parfumere
parfumere
parfumere
parfumere
Past perfect tense
had geparfumeerd
had geparfumeerd
had geparfumeerd
hadden geparfumeerd
hadden geparfumeerd
hadden geparfumeerd
Future perf.
zal geparfumeerd hebben
zal geparfumeerd hebben
zal geparfumeerd hebben
zullen geparfumeerd hebben
zullen geparfumeerd hebben
zullen geparfumeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geparfumeerd hebben
zou geparfumeerd hebben
zou geparfumeerd hebben
zouden geparfumeerd hebben
zouden geparfumeerd hebben
zouden geparfumeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
parfumeer
parfumeert

Examples of parfumeren

Example in DutchTranslation in English
"In mijn kamer. Om ze te parfumeren.""In my bedroom, to perfume it."
Ga haar baden en parfumeren, en breng haar naar m'n kamer.Have her bathed and perfumed and taken to my chambers !
In Parijs, dragen de meisjes verf op hun gezichten... zoals poppen, dragen ze korsetten die zorgen dat hun tieten uitpuilen... en het beste argument is dat ze hun flamoesjes parfumeren... zodat ze naar seringen ruikt.In Paris, the missles paint their faces like dolls, wear bodices, make their teats spill out, and the clincer is, they perfume their quim to smell just like lilac.
Ik parfumeer m'n pion.I put perfume on my pawn.
Het parfumeert de sappen.It perfumes the juices.
Denk het niet, hij is geparfumeerd.Doubtful. It's perfumed.
Een geparfumeerd, zacht middel tot een fysiologisch doel.I'd found most women quite boring-- a perfumed and pillowy means to a physiological end.
Heerlijk zacht en geparfumeerd.So soft, and curly and perfumed.
Het licht is flatterend, de lucht geparfumeerd, en niets verandert er ooit.The light is flattering, the air is perfumed, and nothing ever changes.
Hij is geparfumeerd...This letter is perfumed...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'perfume':

None found.