Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

opwachten

to waylay

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of opwachten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wacht op
I waylay
wacht op
you waylay
wacht op
he/she/it waylays
wachten op
we waylay
wachten op
you all waylay
wachten op
they waylay
Present perfect tense
heb opgewacht
I have waylaid
hebt opgewacht
you have waylaid
heeft opgewacht
he/she/it has waylaid
hebben opgewacht
we have waylaid
hebben opgewacht
you all have waylaid
hebben opgewacht
they have waylaid
Past tense
wachtte op
I waylaid
wachtte op
you waylaid
wachtte op
he/she/it waylaid
wachtten op
we waylaid
wachtten op
you all waylaid
wachtten op
they waylaid
Future tense
zal opwachten
I will waylay
zult opwachten
you will waylay
zal opwachten
he/she/it will waylay
zullen opwachten
we will waylay
zullen opwachten
you all will waylay
zullen opwachten
they will waylay
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opwachten
I would waylay
zou opwachten
you would waylay
zou opwachten
he/she/it would waylay
zouden opwachten
we would waylay
zouden opwachten
you all would waylay
zouden opwachten
they would waylay
Subjunctive mood
wachte op
I waylay
wachte op
you waylay
wachte op
he/she/it waylay
wachte op
we waylay
wachte op
you all waylay
wachte op
they waylay
Past perfect tense
had opgewacht
I had waylaid
had opgewacht
you had waylaid
had opgewacht
he/she/it had waylaid
hadden opgewacht
we had waylaid
hadden opgewacht
you all had waylaid
hadden opgewacht
they had waylaid
Future perf.
zal opgewacht hebben
I will have waylaid
zal opgewacht hebben
you will have waylaid
zal opgewacht hebben
he/she/it will have waylaid
zullen opgewacht hebben
we will have waylaid
zullen opgewacht hebben
you all will have waylaid
zullen opgewacht hebben
they will have waylaid
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgewacht hebben
I would have waylaid
zou opgewacht hebben
you would have waylaid
zou opgewacht hebben
he/she/it would have waylaid
zouden opgewacht hebben
we would have waylaid
zouden opgewacht hebben
you all would have waylaid
zouden opgewacht hebben
they would have waylaid
Present bijzin tense
opwacht
I waylay
opwacht
you waylay
opwacht
he/she/it waylays
opwachten
we waylay
opwachten
you all waylay
opwachten
they waylay
Past bijzin tense
opwachtte
I waylaid
opwachtte
you waylaid
opwachtte
he/she/it waylaid
opwachtten
we waylaid
opwachtten
you all waylaid
opwachtten
they waylaid
Future bijzin tense
zal opwachten
I will waylay
zult opwachten
you will waylay
zal opwachten
he/she/it will waylay
zullen opwachten
we will waylay
zullen opwachten
you all will waylay
zullen opwachten
they will waylay
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opwachten
I would waylay
zou opwachten
you would waylay
zou opwachten
he/she/it would waylay
zouden opwachten
we would waylay
zouden opwachten
you all would waylay
zouden opwachten
they would waylay
Subjunctive bijzin mood
opwachte
I waylay
opwachte
you waylay
opwachte
he/she/it waylay
opwachte
we waylay
opwachte
you all waylay
opwachte
they waylay
Du
Ihr
Imperative mood
wacht op
waylay
wacht op
waylay

Examples of opwachten

Fritz werd opgewacht in metallurgie de laatste drie dagen.

Fritz has been waylaid in metallurgy the last three days.

Het trio besloot het fort alleen te verkennen... maar werd opgewacht door de Kalmathari... de hongerige zielen die al ten prooi vielen aan Marors kerkers.

The trio decided to reconnoiter the fortress alone, only to be waylaid by the Kalmathari... the hungry souls of those already claimed by Maror's dungeons.

Ik werd een soort van opgewacht.

We kind of got waylaid.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES