Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

naschrijven

to plagiarize

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of naschrijven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schrijf na
I plagiarize
schrijft na
you plagiarize
schrijft na
he/she/it plagiarizes
schrijven na
we plagiarize
schrijven na
you all plagiarize
schrijven na
they plagiarize
Present perfect tense
heb nageschreven
I have plagiarized
hebt nageschreven
you have plagiarized
heeft nageschreven
he/she/it has plagiarized
hebben nageschreven
we have plagiarized
hebben nageschreven
you all have plagiarized
hebben nageschreven
they have plagiarized
Past tense
schreef na
I plagiarized
schreef na
you plagiarized
schreef na
he/she/it plagiarized
schreven na
we plagiarized
schreven na
you all plagiarized
schreven na
they plagiarized
Future tense
zal naschrijven
I will plagiarize
zult naschrijven
you will plagiarize
zal naschrijven
he/she/it will plagiarize
zullen naschrijven
we will plagiarize
zullen naschrijven
you all will plagiarize
zullen naschrijven
they will plagiarize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou naschrijven
I would plagiarize
zou naschrijven
you would plagiarize
zou naschrijven
he/she/it would plagiarize
zouden naschrijven
we would plagiarize
zouden naschrijven
you all would plagiarize
zouden naschrijven
they would plagiarize
Subjunctive mood
schrijve na
I plagiarize
schrijve na
you plagiarize
schrijve na
he/she/it plagiarize
schrijve na
we plagiarize
schrijve na
you all plagiarize
schrijve na
they plagiarize
Past perfect tense
had nageschreven
I had plagiarized
had nageschreven
you had plagiarized
had nageschreven
he/she/it had plagiarized
hadden nageschreven
we had plagiarized
hadden nageschreven
you all had plagiarized
hadden nageschreven
they had plagiarized
Future perf.
zal nageschreven hebben
I will have plagiarized
zal nageschreven hebben
you will have plagiarized
zal nageschreven hebben
he/she/it will have plagiarized
zullen nageschreven hebben
we will have plagiarized
zullen nageschreven hebben
you all will have plagiarized
zullen nageschreven hebben
they will have plagiarized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nageschreven hebben
I would have plagiarized
zou nageschreven hebben
you would have plagiarized
zou nageschreven hebben
he/she/it would have plagiarized
zouden nageschreven hebben
we would have plagiarized
zouden nageschreven hebben
you all would have plagiarized
zouden nageschreven hebben
they would have plagiarized
Present bijzin tense
naschrijf
I plagiarize
naschrijft
you plagiarize
naschrijft
he/she/it plagiarizes
naschrijven
we plagiarize
naschrijven
you all plagiarize
naschrijven
they plagiarize
Past bijzin tense
naschreef
I plagiarized
naschreef
you plagiarized
naschreef
he/she/it plagiarized
naschreven
we plagiarized
naschreven
you all plagiarized
naschreven
they plagiarized
Future bijzin tense
zal naschrijven
I will plagiarize
zult naschrijven
you will plagiarize
zal naschrijven
he/she/it will plagiarize
zullen naschrijven
we will plagiarize
zullen naschrijven
you all will plagiarize
zullen naschrijven
they will plagiarize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou naschrijven
I would plagiarize
zou naschrijven
you would plagiarize
zou naschrijven
he/she/it would plagiarize
zouden naschrijven
we would plagiarize
zouden naschrijven
you all would plagiarize
zouden naschrijven
they would plagiarize
Subjunctive bijzin mood
naschrijve
I plagiarize
naschrijve
you plagiarize
naschrijve
he/she/it plagiarize
naschrijve
we plagiarize
naschrijve
you all plagiarize
naschrijve
they plagiarize
Du
Ihr
Imperative mood
schrijf na
plagiarize
schrijft na
plagiarize

Further details about this page

LOCATION