Morzelen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of morzelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
morzel
I do
morzelt
you do
morzelt
he/she/it does
morzelen
we do
morzelen
you all do
morzelen
they do
Present perfect tense
heb gemorzeld
I have done
hebt gemorzeld
you have done
heeft gemorzeld
he/she/it has done
hebben gemorzeld
we have done
hebben gemorzeld
you all have done
hebben gemorzeld
they have done
Past tense
morzelde
I did
morzelde
you did
morzelde
he/she/it did
morzelden
we did
morzelden
you all did
morzelden
they did
Future tense
zal morzelen
I will do
zult morzelen
you will do
zal morzelen
he/she/it will do
zullen morzelen
we will do
zullen morzelen
you all will do
zullen morzelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou morzelen
I would do
zou morzelen
you would do
zou morzelen
he/she/it would do
zouden morzelen
we would do
zouden morzelen
you all would do
zouden morzelen
they would do
Subjunctive mood
morzele
I do
morzele
you do
morzele
he/she/it do
morzele
we do
morzele
you all do
morzele
they do
Past perfect tense
had gemorzeld
I had done
had gemorzeld
you had done
had gemorzeld
he/she/it had done
hadden gemorzeld
we had done
hadden gemorzeld
you all had done
hadden gemorzeld
they had done
Future perf.
zal gemorzeld hebben
I will have done
zal gemorzeld hebben
you will have done
zal gemorzeld hebben
he/she/it will have done
zullen gemorzeld hebben
we will have done
zullen gemorzeld hebben
you all will have done
zullen gemorzeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemorzeld hebben
I would have done
zou gemorzeld hebben
you would have done
zou gemorzeld hebben
he/she/it would have done
zouden gemorzeld hebben
we would have done
zouden gemorzeld hebben
you all would have done
zouden gemorzeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
morzel
do
morzelt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aarzelen
hesitate
mazzelen
do
meuzelen
do
miezelen
do
moffelen
muffle
mokkelen
do
mommelen
do
mompelen
mutter
monkelen
do
morrelen
fumble
mortelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

mijten
do
misrekenen
miscalculate
misvallen
do
moireren
do
monitoren
monitor
mortelen
do
motiveren
do
muggenziften
do
naaien
sew
nablussen
damp down

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?