Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Kaartspelen (to card games) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of kaartspelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
speel kaart
I card games
speelt kaart
you card games
speelt kaart
he/she/it cards games
spelen kaart
we card games
spelen kaart
you all card games
spelen kaart
they card games
Present perfect tense
heb kaartgespeeld
I have carded games
hebt kaartgespeeld
you have carded games
heeft kaartgespeeld
he/she/it has carded games
hebben kaartgespeeld
we have carded games
hebben kaartgespeeld
you all have carded games
hebben kaartgespeeld
they have carded games
Past tense
speelde kaart
I carded games
speelde kaart
you carded games
speelde kaart
he/she/it carded games
speelden kaart
we carded games
speelden kaart
you all carded games
speelden kaart
they carded games
Future tense
zal kaartspelen
I will card games
zult kaartspelen
you will card games
zal kaartspelen
he/she/it will card games
zullen kaartspelen
we will card games
zullen kaartspelen
you all will card games
zullen kaartspelen
they will card games
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kaartspelen
I would card games
zou kaartspelen
you would card games
zou kaartspelen
he/she/it would card games
zouden kaartspelen
we would card games
zouden kaartspelen
you all would card games
zouden kaartspelen
they would card games
Subjunctive mood
spele kaart
I card games
spele kaart
you card games
spele kaart
he/she/it card games
spele kaart
we card games
spele kaart
you all card games
spele kaart
they card games
Past perfect tense
had kaartgespeeld
I had carded games
had kaartgespeeld
you had carded games
had kaartgespeeld
he/she/it had carded games
hadden kaartgespeeld
we had carded games
hadden kaartgespeeld
you all had carded games
hadden kaartgespeeld
they had carded games
Future perf.
zal kaartgespeeld hebben
I will have carded games
zal kaartgespeeld hebben
you will have carded games
zal kaartgespeeld hebben
he/she/it will have carded games
zullen kaartgespeeld hebben
we will have carded games
zullen kaartgespeeld hebben
you all will have carded games
zullen kaartgespeeld hebben
they will have carded games
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou kaartgespeeld hebben
I would have carded games
zou kaartgespeeld hebben
you would have carded games
zou kaartgespeeld hebben
he/she/it would have carded games
zouden kaartgespeeld hebben
we would have carded games
zouden kaartgespeeld hebben
you all would have carded games
zouden kaartgespeeld hebben
they would have carded games
Present bijzin tense
kaartspeel
I card games
kaartspeelt
you card games
kaartspeelt
he/she/it cards games
kaartspelen
we card games
kaartspelen
you all card games
kaartspelen
they card games
Past bijzin tense
kaartspeelde
I carded games
kaartspeelde
you carded games
kaartspeelde
he/she/it carded games
kaartspeelden
we carded games
kaartspeelden
you all carded games
kaartspeelden
they carded games
Future bijzin tense
zal kaartspelen
I will card games
zult kaartspelen
you will card games
zal kaartspelen
he/she/it will card games
zullen kaartspelen
we will card games
zullen kaartspelen
you all will card games
zullen kaartspelen
they will card games
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou kaartspelen
I would card games
zou kaartspelen
you would card games
zou kaartspelen
he/she/it would card games
zouden kaartspelen
we would card games
zouden kaartspelen
you all would card games
zouden kaartspelen
they would card games
Subjunctive bijzin mood
kaartspele
I card games
kaartspele
you card games
kaartspele
he/she/it card games
kaartspele
we card games
kaartspele
you all card games
kaartspele
they card games
Du
Ihr
Imperative mood
speel kaart
card games
speelt kaart
card games

Examples of kaartspelen

Example in DutchTranslation in English
- En andere kaartspelen.And other card games!
Gezelschapsspelen, kaartspelen en dergelijke maar tegenwoordig voornamelijk dat laatste.- I entertain. Party games, card games, and the like. Well, nowadays mainly the latter.
Gokken op kaartspelen is illegaal.Gambling on card games is illegal.
Hij is vreselijk slecht in sporten, hij is beroerd in kaartspelen.He's horrible at sports. He's lousy at card games.
Ik ben niet voor kaartspelen, maar een beetje advies... speel nooit poker.I'm not one for card games, but a little advice... don't EVER play poker.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inzulten
do
jammeren
lament
joepen
do
jubileren
jubilate
jureren
do
kaarten
play cards
kaatsen
card games
kallen
rave
kanaliseren
canalize
kanten
lace

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'card games':

None found.