Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

invallen

to flood

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of invallen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
val in
I flood
valt in
you flood
valt in
he/she/it floods
vallen in
we flood
vallen in
you all flood
vallen in
they flood
Present perfect tense
ben ingevallen
I have flooded
bent ingevallen
you have flooded
is ingevallen
he/she/it has flooded
zijn ingevallen
we have flooded
zijn ingevallen
you all have flooded
zijn ingevallen
they have flooded
Past tense
viel in
I flooded
viel in
you flooded
viel in
he/she/it flooded
vielen in
we flooded
vielen in
you all flooded
vielen in
they flooded
Future tense
zal invallen
I will flood
zult invallen
you will flood
zal invallen
he/she/it will flood
zullen invallen
we will flood
zullen invallen
you all will flood
zullen invallen
they will flood
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou invallen
I would flood
zou invallen
you would flood
zou invallen
he/she/it would flood
zouden invallen
we would flood
zouden invallen
you all would flood
zouden invallen
they would flood
Subjunctive mood
valle in
I flood
valle in
you flood
valle in
he/she/it flood
valle in
we flood
valle in
you all flood
valle in
they flood
Past perfect tense
was ingevallen
I had flooded
was ingevallen
you had flooded
was ingevallen
he/she/it had flooded
waren ingevallen
we had flooded
waren ingevallen
you all had flooded
waren ingevallen
they had flooded
Future perf.
zal ingevallen zijn
I will have flooded
zal ingevallen zijn
you will have flooded
zal ingevallen zijn
he/she/it will have flooded
zullen ingevallen zijn
we will have flooded
zullen ingevallen zijn
you all will have flooded
zullen ingevallen zijn
they will have flooded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingevallen zijn
I would have flooded
zou ingevallen zijn
you would have flooded
zou ingevallen zijn
he/she/it would have flooded
zouden ingevallen zijn
we would have flooded
zouden ingevallen zijn
you all would have flooded
zouden ingevallen zijn
they would have flooded
Present bijzin tense
inval
I flood
invalt
you flood
invalt
he/she/it floods
invallen
we flood
invallen
you all flood
invallen
they flood
Past bijzin tense
inviel
I flooded
inviel
you flooded
inviel
he/she/it flooded
invielen
we flooded
invielen
you all flooded
invielen
they flooded
Future bijzin tense
zal invallen
I will flood
zult invallen
you will flood
zal invallen
he/she/it will flood
zullen invallen
we will flood
zullen invallen
you all will flood
zullen invallen
they will flood
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou invallen
I would flood
zou invallen
you would flood
zou invallen
he/she/it would flood
zouden invallen
we would flood
zouden invallen
you all would flood
zouden invallen
they would flood
Subjunctive bijzin mood
invalle
I flood
invalle
you flood
invalle
he/she/it flood
invalle
we flood
invalle
you all flood
invalle
they flood
Du
Ihr
Imperative mood
val in
flood
valt in
flood

Examples of invallen

"Ik zag een ster van de hemel vallen in de bodemloze put, en hij was verstoten zoals water van de vloed... "

"I saw a star fall from heaven unto the bottomless pit, and he was cast out as water from the flood... "