Hogen (to increase) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of hogen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hoog
I increase
hoogt
you increase
hoogt
he/she/it increases
hogen
we increase
hogen
you all increase
hogen
they increase
Present perfect tense
heb gehoogd
I have increased
hebt gehoogd
you have increased
heeft gehoogd
he/she/it has increased
hebben gehoogd
we have increased
hebben gehoogd
you all have increased
hebben gehoogd
they have increased
Past tense
hoogde
I increased
hoogde
you increased
hoogde
he/she/it increased
hoogden
we increased
hoogden
you all increased
hoogden
they increased
Future tense
zal hogen
I will increase
zult hogen
you will increase
zal hogen
he/she/it will increase
zullen hogen
we will increase
zullen hogen
you all will increase
zullen hogen
they will increase
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou hogen
I would increase
zou hogen
you would increase
zou hogen
he/she/it would increase
zouden hogen
we would increase
zouden hogen
you all would increase
zouden hogen
they would increase
Subjunctive mood
hoge
I increase
hoge
you increase
hoge
he/she/it increase
hoge
we increase
hoge
you all increase
hoge
they increase
Past perfect tense
had gehoogd
I had increased
had gehoogd
you had increased
had gehoogd
he/she/it had increased
hadden gehoogd
we had increased
hadden gehoogd
you all had increased
hadden gehoogd
they had increased
Future perf.
zal gehoogd hebben
I will have increased
zal gehoogd hebben
you will have increased
zal gehoogd hebben
he/she/it will have increased
zullen gehoogd hebben
we will have increased
zullen gehoogd hebben
you all will have increased
zullen gehoogd hebben
they will have increased
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gehoogd hebben
I would have increased
zou gehoogd hebben
you would have increased
zou gehoogd hebben
he/she/it would have increased
zouden gehoogd hebben
we would have increased
zouden gehoogd hebben
you all would have increased
zouden gehoogd hebben
they would have increased
Du
Ihr
Imperative mood
hoog
increase
hoogt
increase

Examples of hogen

Example in DutchTranslation in English
Banieren hoog, wij gaan strijden, ondanks het gevaar toch onbevreesd hoog de vlag, zo hoog je kan, wij Fransen kunnen er wat van dood het BeestWe go marching into battle Unafraid, although the danger just increased Raise the flag, sing the song
Dat lijkt misschien niet ongewoon hoog, maar het staat voor een nationale toename van 15 tot 20 procent in de kindersterfte.These may not sound unduly high figures, but nationwide they represent a chilling 15 to 20 per cent increase - in the mortality rate. - Harvey...
Door de toename van de menselijke bevolking... is alleen deze hoog gelegen enclave voor de kudde overgebleven.But as the human population has increased locally, the herd has become marooned in its upland enclave with nowhere to go.
Gecombineerd met bijvoorbeeld marihuana wordt de kans zelfs tien keer zo hoog.- Combined with another drug, such as marijuana... the likelihood increases 10 times.
Het energieniveau van de golf is 12 keer zo hoog.Sir, the energy level of the wave has increased by a factor of 12.
- Jouw angstniveau is aan de hoge kant, wat wel te verwachten is, maar ik kan geen afwijkingen vaststellen.Your anxiety levels are increased, which is to be expected, but I can't detect any abnormalities.
Alleen het gehalte foliumzuur was aan de hoge kant.Only aberration was a marked increase of folic acid.
De gemiddelde toename van het uitsteken van de billen van een vrouw is 25%, als ze hoge hakken draagt.The average increase in the protrusion of a woman's buttocks is 25% when wearing high-heeled shoes. Okay.
De hoge druk zorgt ervoor dat je bloed niet goed kan circuleren.The increased pressure's not allowing your blood to circulate.
Een hoge concentratie testosteron verhoogt het risico op een hartaanval.You know, high levels of testosterone increase your risk of a heart attack.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bogen
do
dagen
daydream
dogen
do
eggen
harrow
hagen
do
haken
do
halen
fetch
haren
do
haten
hate
heien
lift
helen
heal
heten
be called
holen
do
honen
jeer at
hopen
hope

Similar but longer

afhogen
do
ophogen
increase

Random

heien
lift
herschatten
reappraise
heruitzenden
relay
heten
be called
hevelen
siphon
historiseren
do
hoeven
do
hokken
huddle
honoreren
pay
hukken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'increase':

None found.
Learning languages?