Fladderen (to flutter) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of fladderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fladder
I flutter
fladdert
you flutter
fladdert
he/she/it flutters
fladderen
we flutter
fladderen
you all flutter
fladderen
they flutter
Present perfect tense
heb gefladderd
I have fluttered
hebt gefladderd
you have fluttered
heeft gefladderd
he/she/it has fluttered
hebben gefladderd
we have fluttered
hebben gefladderd
you all have fluttered
hebben gefladderd
they have fluttered
Past tense
fladderde
I fluttered
fladderde
you fluttered
fladderde
he/she/it fluttered
fladderden
we fluttered
fladderden
you all fluttered
fladderden
they fluttered
Future tense
zal fladderen
I will flutter
zult fladderen
you will flutter
zal fladderen
he/she/it will flutter
zullen fladderen
we will flutter
zullen fladderen
you all will flutter
zullen fladderen
they will flutter
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou fladderen
I would flutter
zou fladderen
you would flutter
zou fladderen
he/she/it would flutter
zouden fladderen
we would flutter
zouden fladderen
you all would flutter
zouden fladderen
they would flutter
Subjunctive mood
fladdere
I flutter
fladdere
you flutter
fladdere
he/she/it flutter
fladdere
we flutter
fladdere
you all flutter
fladdere
they flutter
Past perfect tense
had gefladderd
I had fluttered
had gefladderd
you had fluttered
had gefladderd
he/she/it had fluttered
hadden gefladderd
we had fluttered
hadden gefladderd
you all had fluttered
hadden gefladderd
they had fluttered
Future perf.
zal gefladderd hebben
I will have fluttered
zal gefladderd hebben
you will have fluttered
zal gefladderd hebben
he/she/it will have fluttered
zullen gefladderd hebben
we will have fluttered
zullen gefladderd hebben
you all will have fluttered
zullen gefladderd hebben
they will have fluttered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefladderd hebben
I would have fluttered
zou gefladderd hebben
you would have fluttered
zou gefladderd hebben
he/she/it would have fluttered
zouden gefladderd hebben
we would have fluttered
zouden gefladderd hebben
you all would have fluttered
zouden gefladderd hebben
they would have fluttered
Du
Ihr
Imperative mood
fladder
flutter
fladdert
flutter

Examples of fladderen

Example in DutchTranslation in English
"Dus ze zouden over een week of zo om ons heen kunnen fladderen.""so we may have them fluttering about us a week or more. "
"Ik zal mijn ogen in uw armen fladderen"."I'll flutter my eyes in your arms."
"Ik zal uw hart fladderen wanneer ik dans"."I'll flutter your heart when I dance."
Al wat nodig is voor een vlinder zijn vleugels te fladderen...All it takes is for a butterfly to flutter its wings...
Als de oude kip de stok verlaat, fladderen de jonge kippen met de veren.When the old hen's about to leave the perch, the young hens certainly do start to flutter their feathers.
Dat zijn grote fladder insecten.Those are big flutter bugs.
Serieus, niet eens een fladder.I'm serious, not even a flutter.
'Ze fladdert vreemd de kamer door... 'en antwoordt met een zwak gerinkel.'She flutters strangely about the room answering him with a very faint tinkle."
- Je fladdert.Your flutters?
De vlinder. Die fladdert met zijn vleugels en een orkaan veroorzaakt aan de andere kant van de wereld.The butterfly that flutters its wings and causes a hurricane on the other side of the world.
Een bries komt binnen... en fladdert over je kleren naar uw glimlach.A breeze blows in fluttering through your clothes, across your smile.
Een hart dat fladdert als de vleugels van zingende duiven♪ A heart that flutters like the wings of singing doves ♪
Dan fladderden ze wild in het rond. Het leek wel... of ze in paniek raakten.They fluttered like mad like panic.
Duizenden van hen, fladderend en klapperend.Thousands of them, fluttering and flapping.
Ik denk dat het een fladderend geluid is, zoals...I think it would make a fluttering noise, like... - Like...
Pagina's, fladderend als vleugels van een vogel.Dropped something. Pages fluttering like bird's wings.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bladderen
peel
flabberen
do
flakkeren
flare
flamberen
do
flankeren
flank
flapperen
flap
flatteren
flatter
flodderen
mess
kladderen
draft approach

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

figuurzagen
do
fijnstoten
fine bumps
fiksen
fix up
finishen
finish
flabberen
do
flakkeren
flare
flauwvallen
swoon
fluctueren
fluctuate
focussen
focus
foliën
film

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'flutter':

None found.
Learning languages?