Doorzieken (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of doorzieken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ziek door
I do
ziekt door
you do
ziekt door
he/she/it does
zieken door
we do
zieken door
you all do
zieken door
they do
Present perfect tense
ben doorgeziekt
I have done
bent doorgeziekt
you have done
is doorgeziekt
he/she/it has done
zijn doorgeziekt
we have done
zijn doorgeziekt
you all have done
zijn doorgeziekt
they have done
Past tense
ziekte door
I did
ziekte door
you did
ziekte door
he/she/it did
ziekten door
we did
ziekten door
you all did
ziekten door
they did
Future tense
zal doorzieken
I will do
zult doorzieken
you will do
zal doorzieken
he/she/it will do
zullen doorzieken
we will do
zullen doorzieken
you all will do
zullen doorzieken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorzieken
I would do
zou doorzieken
you would do
zou doorzieken
he/she/it would do
zouden doorzieken
we would do
zouden doorzieken
you all would do
zouden doorzieken
they would do
Subjunctive mood
zieke door
I do
zieke door
you do
zieke door
he/she/it do
zieke door
we do
zieke door
you all do
zieke door
they do
Past perfect tense
was doorgeziekt
I had done
was doorgeziekt
you had done
was doorgeziekt
he/she/it had done
waren doorgeziekt
we had done
waren doorgeziekt
you all had done
waren doorgeziekt
they had done
Future perf.
zal doorgeziekt zijn
I will have done
zal doorgeziekt zijn
you will have done
zal doorgeziekt zijn
he/she/it will have done
zullen doorgeziekt zijn
we will have done
zullen doorgeziekt zijn
you all will have done
zullen doorgeziekt zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgeziekt zijn
I would have done
zou doorgeziekt zijn
you would have done
zou doorgeziekt zijn
he/she/it would have done
zouden doorgeziekt zijn
we would have done
zouden doorgeziekt zijn
you all would have done
zouden doorgeziekt zijn
they would have done
Present bijzin tense
doorziek
I do
doorziekt
you do
doorziekt
he/she/it does
doorzieken
we do
doorzieken
you all do
doorzieken
they do
Past bijzin tense
doorziekte
I did
doorziekte
you did
doorziekte
he/she/it did
doorziekten
we did
doorziekten
you all did
doorziekten
they did
Future bijzin tense
zal doorzieken
I will do
zult doorzieken
you will do
zal doorzieken
he/she/it will do
zullen doorzieken
we will do
zullen doorzieken
you all will do
zullen doorzieken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorzieken
I would do
zou doorzieken
you would do
zou doorzieken
he/she/it would do
zouden doorzieken
we would do
zouden doorzieken
you all would do
zouden doorzieken
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorzieke
I do
doorzieke
you do
doorzieke
he/she/it do
doorzieke
we do
doorzieke
you all do
doorzieke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
ziek door
do
ziekt
do

Examples of doorzieken

Example in DutchTranslation in English
Als we niet doen wat Hij zegt, word je ziek door het gif.If we do not, as he says, we become ill from the poison.
Negen kinderen werden ziek door kwikvergiftiging in 1992 en de bedrijfsarts behandelde hen.Why? Nine children were sick with mercury poisoning in 1992... and the company doctor treated them.
Susan Neemt gij Rick tot Uw wettige echtgenoot voor rijk en arm, bij ziekt en gezondheid tot de dood U scheidt ?Susan do you take Rick to be your lawfully wedded husband for richer, for poorer, in sickness and in health till death do you part?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorbreken
break through
doorsteken
cut through
doorzakken
sag
doorzijgen
strain
doorzitten
do
doorzoeken
search

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?