Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Denatureren (to denature) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of denatureren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
denatureer
I denature
denatureert
you denature
denatureert
he/she/it denatures
denatureren
we denature
denatureren
you all denature
denatureren
they denature
Present perfect tense
heb gedenatureerd
I have denatured
hebt gedenatureerd
you have denatured
heeft gedenatureerd
he/she/it has denatured
hebben gedenatureerd
we have denatured
hebben gedenatureerd
you all have denatured
hebben gedenatureerd
they have denatured
Past tense
denatureerde
I denatured
denatureerde
you denatured
denatureerde
he/she/it denatured
denatureerden
we denatured
denatureerden
you all denatured
denatureerden
they denatured
Future tense
zal denatureren
I will denature
zult denatureren
you will denature
zal denatureren
he/she/it will denature
zullen denatureren
we will denature
zullen denatureren
you all will denature
zullen denatureren
they will denature
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou denatureren
I would denature
zou denatureren
you would denature
zou denatureren
he/she/it would denature
zouden denatureren
we would denature
zouden denatureren
you all would denature
zouden denatureren
they would denature
Subjunctive mood
denaturere
I denature
denaturere
you denature
denaturere
he/she/it denature
denaturere
we denature
denaturere
you all denature
denaturere
they denature
Past perfect tense
had gedenatureerd
I had denatured
had gedenatureerd
you had denatured
had gedenatureerd
he/she/it had denatured
hadden gedenatureerd
we had denatured
hadden gedenatureerd
you all had denatured
hadden gedenatureerd
they had denatured
Future perf.
zal gedenatureerd hebben
I will have denatured
zal gedenatureerd hebben
you will have denatured
zal gedenatureerd hebben
he/she/it will have denatured
zullen gedenatureerd hebben
we will have denatured
zullen gedenatureerd hebben
you all will have denatured
zullen gedenatureerd hebben
they will have denatured
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedenatureerd hebben
I would have denatured
zou gedenatureerd hebben
you would have denatured
zou gedenatureerd hebben
he/she/it would have denatured
zouden gedenatureerd hebben
we would have denatured
zouden gedenatureerd hebben
you all would have denatured
zouden gedenatureerd hebben
they would have denatured
Du
Ihr
Imperative mood
denatureer
denature
denatureert
denature

Examples of denatureren

Example in DutchTranslation in English
Dave zal buigen naar Kim en dan zijn hand schudden... waarna hij onmiddellijk de pleister wegdoet, in zijn jaszak, die bekleed zal zijn... met een absorberend middel, wat het gif denatureert.Dave will bow to Kim then shake his hand, immediately disposing of the strip in his jacket pocket, which will be lined with an absorbing agent that denatures the poison.
- Of het is gedenatureerd.If there's anything left, it's probably denatured.
Amy, je getuigde dat Terry jouw instructies gaf om gedenatureerd alcohol te kopen.- Now, amy, you testified That terry instructed you to buy denatured alcohol.
Het lab vond sporen van gedenatureerd alcoholThe lab found traces of denatured alcohol
Het was gedenatureerd... Maar het was zeker van hem.It was denatured, but it was definitely his.
Ik heb het enzym gedenatureerd, wat het onbruikbaar maakt in de lucht.I built in a safeguard. I denatured the enzyme, which makes it useless for an airborne attack.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'denature':

None found.