Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Denaturaliseren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of denaturaliseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
denaturaliseer
I do
denaturaliseert
you do
denaturaliseert
he/she/it does
denaturaliseren
we do
denaturaliseren
you all do
denaturaliseren
they do
Present perfect tense
heb gedenaturaliseerd
I have done
hebt gedenaturaliseerd
you have done
heeft gedenaturaliseerd
he/she/it has done
hebben gedenaturaliseerd
we have done
hebben gedenaturaliseerd
you all have done
hebben gedenaturaliseerd
they have done
Past tense
denaturaliseerde
I did
denaturaliseerde
you did
denaturaliseerde
he/she/it did
denaturaliseerden
we did
denaturaliseerden
you all did
denaturaliseerden
they did
Future tense
zal denaturaliseren
I will do
zult denaturaliseren
you will do
zal denaturaliseren
he/she/it will do
zullen denaturaliseren
we will do
zullen denaturaliseren
you all will do
zullen denaturaliseren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou denaturaliseren
I would do
zou denaturaliseren
you would do
zou denaturaliseren
he/she/it would do
zouden denaturaliseren
we would do
zouden denaturaliseren
you all would do
zouden denaturaliseren
they would do
Subjunctive mood
denaturalisere
I do
denaturalisere
you do
denaturalisere
he/she/it do
denaturalisere
we do
denaturalisere
you all do
denaturalisere
they do
Past perfect tense
had gedenaturaliseerd
I had done
had gedenaturaliseerd
you had done
had gedenaturaliseerd
he/she/it had done
hadden gedenaturaliseerd
we had done
hadden gedenaturaliseerd
you all had done
hadden gedenaturaliseerd
they had done
Future perf.
zal gedenaturaliseerd hebben
I will have done
zal gedenaturaliseerd hebben
you will have done
zal gedenaturaliseerd hebben
he/she/it will have done
zullen gedenaturaliseerd hebben
we will have done
zullen gedenaturaliseerd hebben
you all will have done
zullen gedenaturaliseerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedenaturaliseerd hebben
I would have done
zou gedenaturaliseerd hebben
you would have done
zou gedenaturaliseerd hebben
he/she/it would have done
zouden gedenaturaliseerd hebben
we would have done
zouden gedenaturaliseerd hebben
you all would have done
zouden gedenaturaliseerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
denaturaliseer
do
denaturaliseert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

codificeren
codify
deactiveren
deescalate
dehydrateren
dehydrate
dejeuneren
do
demoniseren
demodulate
demoraliseren
demonstrate
denationaliseren
do
denatureren
denature
deporteren
deport
desintegreren
disintegrate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.