Beregelen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of beregelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beregel
I do
beregelt
you do
beregelt
he/she/it does
beregelen
we do
beregelen
you all do
beregelen
they do
Present perfect tense
heb beregeld
I have done
hebt beregeld
you have done
heeft beregeld
he/she/it has done
hebben beregeld
we have done
hebben beregeld
you all have done
hebben beregeld
they have done
Past tense
beregelde
I did
beregelde
you did
beregelde
he/she/it did
beregelden
we did
beregelden
you all did
beregelden
they did
Future tense
zal beregelen
I will do
zult beregelen
you will do
zal beregelen
he/she/it will do
zullen beregelen
we will do
zullen beregelen
you all will do
zullen beregelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beregelen
I would do
zou beregelen
you would do
zou beregelen
he/she/it would do
zouden beregelen
we would do
zouden beregelen
you all would do
zouden beregelen
they would do
Subjunctive mood
beregele
I do
beregele
you do
beregele
he/she/it do
beregele
we do
beregele
you all do
beregele
they do
Past perfect tense
had beregeld
I had done
had beregeld
you had done
had beregeld
he/she/it had done
hadden beregeld
we had done
hadden beregeld
you all had done
hadden beregeld
they had done
Future perf.
zal beregeld hebben
I will have done
zal beregeld hebben
you will have done
zal beregeld hebben
he/she/it will have done
zullen beregeld hebben
we will have done
zullen beregeld hebben
you all will have done
zullen beregeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou beregeld hebben
I would have done
zou beregeld hebben
you would have done
zou beregeld hebben
he/she/it would have done
zouden beregeld hebben
we would have done
zouden beregeld hebben
you all would have done
zouden beregeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
beregel
do
beregelt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afregelen
adjust
bekogelen
bombard
benagelen
approximate measures
beregenen
do
betegelen
tile
bezegelen
seal

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bedwelmen
fool
beogen
practice
beoorlogen
make war
beperken
pitch it
bepraten
forest
beredeneren
reason
beregenen
do
bersten
burst
berusten
rest
beschreeuwen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?