Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afregelen (to adjust) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
regel af
regelt af
regelt af
regelen af
regelen af
regelen af
Present perfect tense
heb afgeregeld
hebt afgeregeld
heeft afgeregeld
hebben afgeregeld
hebben afgeregeld
hebben afgeregeld
Past tense
regelde af
regelde af
regelde af
regelden af
regelden af
regelden af
Future tense
zal afregelen
zult afregelen
zal afregelen
zullen afregelen
zullen afregelen
zullen afregelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afregelen
zou afregelen
zou afregelen
zouden afregelen
zouden afregelen
zouden afregelen
Subjunctive mood
regele af
regele af
regele af
regele af
regele af
regele af
Past perfect tense
had afgeregeld
had afgeregeld
had afgeregeld
hadden afgeregeld
hadden afgeregeld
hadden afgeregeld
Future perf.
zal afgeregeld hebben
zal afgeregeld hebben
zal afgeregeld hebben
zullen afgeregeld hebben
zullen afgeregeld hebben
zullen afgeregeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeregeld hebben
zou afgeregeld hebben
zou afgeregeld hebben
zouden afgeregeld hebben
zouden afgeregeld hebben
zouden afgeregeld hebben
Present bijzin tense
afregel
afregelt
afregelt
afregelen
afregelen
afregelen
Past bijzin tense
afregelde
afregelde
afregelde
afregelden
afregelden
afregelden
Future bijzin tense
zal afregelen
zult afregelen
zal afregelen
zullen afregelen
zullen afregelen
zullen afregelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afregelen
zou afregelen
zou afregelen
zouden afregelen
zouden afregelen
zouden afregelen
Subjunctive bijzin mood
afregele
afregele
afregele
afregele
afregele
afregele
Du
Ihr
Imperative mood
regel af
regelt af

Examples of afregelen

Example in DutchTranslation in English
Maar het afregelen van die fase wordt nog een toer.But adjusting the phase inside it, that'll be the hard part.
Als ik het krachtveld afregel, word ik onzichtbaar.Once the force field is adjusted, I will no longer be visible.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afrafelen
do
afratelen
do
afregenen
do
afrepelen
ripple
beregelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afkoelen
cool down
afmarcheren
march
afpalen
demarcate
afpijnen
do
afplatten
flatten
afrasteren
rail off
afreden
drove off
afregenen
do
afreiken
do
afschaduwen
shadow

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'adjust':

None found.