Belasten (to load) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of belasten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
belast
I load
belast
you load
belast
he/she/it loads
belasten
we load
belasten
you all load
belasten
they load
Present perfect tense
heb belast
I have loaded
hebt belast
you have loaded
heeft belast
he/she/it has loaded
hebben belast
we have loaded
hebben belast
you all have loaded
hebben belast
they have loaded
Past tense
belastte
I loaded
belastte
you loaded
belastte
he/she/it loaded
belastten
we loaded
belastten
you all loaded
belastten
they loaded
Future tense
zal belasten
I will load
zult belasten
you will load
zal belasten
he/she/it will load
zullen belasten
we will load
zullen belasten
you all will load
zullen belasten
they will load
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou belasten
I would load
zou belasten
you would load
zou belasten
he/she/it would load
zouden belasten
we would load
zouden belasten
you all would load
zouden belasten
they would load
Subjunctive mood
belaste
I load
belaste
you load
belaste
he/she/it load
belaste
we load
belaste
you all load
belaste
they load
Past perfect tense
had belast
I had loaded
had belast
you had loaded
had belast
he/she/it had loaded
hadden belast
we had loaded
hadden belast
you all had loaded
hadden belast
they had loaded
Future perf.
zal belast hebben
I will have loaded
zal belast hebben
you will have loaded
zal belast hebben
he/she/it will have loaded
zullen belast hebben
we will have loaded
zullen belast hebben
you all will have loaded
zullen belast hebben
they will have loaded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou belast hebben
I would have loaded
zou belast hebben
you would have loaded
zou belast hebben
he/she/it would have loaded
zouden belast hebben
we would have loaded
zouden belast hebben
you all would have loaded
zouden belast hebben
they would have loaded
Du
Ihr
Imperative mood
belast
load
belast
load

Examples of belasten

Example in DutchTranslation in English
Daar wil ik jou niet mee belasten.You don't need to be loaded down with all that.
Fischer bestudeert een procedure om hem over te belasten.Fischer studied a procedure for overload.
Het proces werd gebruikt om 't internet te belasten zonder dat 't opviel.The trial was used to overload the Internet to divert us from what they were really doing.
Hij zei tegen mij om hem niet te zwaar te belasten.He told me not to put too much load on him.
Hoe dan ook, sorry om jou te belasten, maar de cliënt zal hier binnen het uur zijn.Anyway, sorry to be loading up on you, but the client's going to be here in an hour.
Nicole is belast.Nicole's loaded.
Ja, en waarschijnlijk over- belastte dit Tiny en het brugtoestel.Yeah. It's probably what overloaded Tiny and the bridge device.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bekisten
do
belanden
end up
belangen
do
beletten
school
bemasten
do
bemesten
dress
berusten
rest
betasten
grope
gelasten
charge

Similar but longer

belasteren
slander

Random

bekennen
confess
bekrabbelen
do
bekrabben
scrawl
bekwijlen
slobber
belanden
end up
belangstellen
be interested
belasteren
slander
belommeren
do
bemachtigen
capture
bemasten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'load':

None found.
Learning languages?