Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

afreizen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of afreizen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
reis af
I do
reist af
you do
reist af
he/she/it does
reizen af
we do
reizen af
you all do
reizen af
they do
Present perfect tense
heb afgereisd
I have done
hebt afgereisd
you have done
heeft afgereisd
he/she/it has done
hebben afgereisd
we have done
hebben afgereisd
you all have done
hebben afgereisd
they have done
Past tense
reisde af
I did
reisde af
you did
reisde af
he/she/it did
reisden af
we did
reisden af
you all did
reisden af
they did
Future tense
zal afreizen
I will do
zult afreizen
you will do
zal afreizen
he/she/it will do
zullen afreizen
we will do
zullen afreizen
you all will do
zullen afreizen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afreizen
I would do
zou afreizen
you would do
zou afreizen
he/she/it would do
zouden afreizen
we would do
zouden afreizen
you all would do
zouden afreizen
they would do
Subjunctive mood
reize af
I do
reize af
you do
reize af
he/she/it do
reize af
we do
reize af
you all do
reize af
they do
Past perfect tense
had afgereisd
I had done
had afgereisd
you had done
had afgereisd
he/she/it had done
hadden afgereisd
we had done
hadden afgereisd
you all had done
hadden afgereisd
they had done
Future perf.
zal afgereisd hebben
I will have done
zal afgereisd hebben
you will have done
zal afgereisd hebben
he/she/it will have done
zullen afgereisd hebben
we will have done
zullen afgereisd hebben
you all will have done
zullen afgereisd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgereisd hebben
I would have done
zou afgereisd hebben
you would have done
zou afgereisd hebben
he/she/it would have done
zouden afgereisd hebben
we would have done
zouden afgereisd hebben
you all would have done
zouden afgereisd hebben
they would have done
Present bijzin tense
afreis
I do
afreist
you do
afreist
he/she/it does
afreizen
we do
afreizen
you all do
afreizen
they do
Past bijzin tense
afreisde
I did
afreisde
you did
afreisde
he/she/it did
afreisden
we did
afreisden
you all did
afreisden
they did
Future bijzin tense
zal afreizen
I will do
zult afreizen
you will do
zal afreizen
he/she/it will do
zullen afreizen
we will do
zullen afreizen
you all will do
zullen afreizen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afreizen
I would do
zou afreizen
you would do
zou afreizen
he/she/it would do
zouden afreizen
we would do
zouden afreizen
you all would do
zouden afreizen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afreize
I do
afreize
you do
afreize
he/she/it do
afreize
we do
afreize
you all do
afreize
they do
Du
Ihr
Imperative mood
reis af
do
reist af
do

Examples of afreizen

Als ik jou was, zou ik meteen afreizen naar Duitsland.

Do you really think that's what he's doing? Oh, I wouldn't even wait to find out. I would be on the next plane to Germany.

Ik heb nog wat vakantiedagen tegoed, en ik zou graag naar Seattle afreizen om daar wat rond te neuzen in adoptiepapieren en rechtszaken.

I have some vacation days coming up, and I would love to take a trip to Seattle and dig through some adoption records and court files.

Ik kan morgen zo met je naar Bajor afreizen als je dat wil.

I'm ready to move down to Bajor with you tomorrow if you'll have me.

Je hebt niemand van je familie ooit horen praten over naar Irak afreizen... of daar zaken doen?

You never heard anyone in your family discuss plans to either travel to Iraq or do business there?

Maar voordat we naar de criminele hoofdstad afreizen wilde ik 't ergens over hebben.

But before we go to the murder capital of the Northeast... ...Ikindofwanted to run something by you.

Als we dit doen is het enkel voor onszelf... Om de reis af te maken die we tien jaar geleden zijn begonnen

If we do this, it's only for ourselves... to finish the journey we began ten years ago

Dus de alpaca's begint hier en uh, reis af door Guatemala.

So the alpacas start there and, uh, travel down towards Guatemala.

Hij zegt de rest van zijn reis af en gaat terug naar Washington.

He's canceling the remainder of this trip and returning to Washington on the advice of his doctor

Wat weet jij van reizen af?

What do you know about journeys?

God, ik heb stad en land afgereisd.

God, the traveling I've done.

De slaaf, die de Mississippi afreist.

The slave. Traveling down the Mississippi.

Ik voed de kinderen praktisch in m'n eentje op terwijl jij 't hele land afreist.

I'm raising the children practically by myself. What do you want me to do?

Wat doe jij, als je niet met deze jongen de wereld afreist?

So, what do you do when you're not traveling the world with this guy?