Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Nareizen (to travel after) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
reis na
reist na
reist na
reizen na
reizen na
reizen na
Present perfect tense
heb nagereisd
hebt nagereisd
heeft nagereisd
hebben nagereisd
hebben nagereisd
hebben nagereisd
Past tense
reisde na
reisde na
reisde na
reisden na
reisden na
reisden na
Future tense
zal nareizen
zult nareizen
zal nareizen
zullen nareizen
zullen nareizen
zullen nareizen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nareizen
zou nareizen
zou nareizen
zouden nareizen
zouden nareizen
zouden nareizen
Subjunctive mood
reize na
reize na
reize na
reize na
reize na
reize na
Past perfect tense
had nagereisd
had nagereisd
had nagereisd
hadden nagereisd
hadden nagereisd
hadden nagereisd
Future perf.
zal nagereisd hebben
zal nagereisd hebben
zal nagereisd hebben
zullen nagereisd hebben
zullen nagereisd hebben
zullen nagereisd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagereisd hebben
zou nagereisd hebben
zou nagereisd hebben
zouden nagereisd hebben
zouden nagereisd hebben
zouden nagereisd hebben
Present bijzin tense
nareis
nareist
nareist
nareizen
nareizen
nareizen
Past bijzin tense
nareisde
nareisde
nareisde
nareisden
nareisden
nareisden
Future bijzin tense
zal nareizen
zult nareizen
zal nareizen
zullen nareizen
zullen nareizen
zullen nareizen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nareizen
zou nareizen
zou nareizen
zouden nareizen
zouden nareizen
zouden nareizen
Subjunctive bijzin mood
nareize
nareize
nareize
nareize
nareize
nareize
Du
Ihr
Imperative mood
reis na
reist na

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afreizen
do
bereizen
get around
narennen
do
omreizen
travel about

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

muilbanden
muzzle
mummificeren
mummify
na-ijlen
do
naborduren
do
nagapen
do
nageven
admit
nakaarten
chat afterwards
narcotiseren
drug
narekenen
calculate
natrekken
check

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'travel after':

None found.