Afmeten (to measure) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of afmeten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
meet af
I measure
meet af
you measure
meet af
he/she/it measures
meten af
we measure
meten af
you all measure
meten af
they measure
Present perfect tense
heb afgemeten
I have measured
hebt afgemeten
you have measured
heeft afgemeten
he/she/it has measured
hebben afgemeten
we have measured
hebben afgemeten
you all have measured
hebben afgemeten
they have measured
Past tense
mat af
I measured
mat af
you measured
mat af
he/she/it measured
maten af
we measured
maten af
you all measured
maten af
they measured
Future tense
zal afmeten
I will measure
zult afmeten
you will measure
zal afmeten
he/she/it will measure
zullen afmeten
we will measure
zullen afmeten
you all will measure
zullen afmeten
they will measure
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afmeten
I would measure
zou afmeten
you would measure
zou afmeten
he/she/it would measure
zouden afmeten
we would measure
zouden afmeten
you all would measure
zouden afmeten
they would measure
Subjunctive mood
mete af
I measure
mete af
you measure
mete af
he/she/it measure
mete af
we measure
mete af
you all measure
mete af
they measure
Past perfect tense
had afgemeten
I had measured
had afgemeten
you had measured
had afgemeten
he/she/it had measured
hadden afgemeten
we had measured
hadden afgemeten
you all had measured
hadden afgemeten
they had measured
Future perf.
zal afgemeten hebben
I will have measured
zal afgemeten hebben
you will have measured
zal afgemeten hebben
he/she/it will have measured
zullen afgemeten hebben
we will have measured
zullen afgemeten hebben
you all will have measured
zullen afgemeten hebben
they will have measured
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgemeten hebben
I would have measured
zou afgemeten hebben
you would have measured
zou afgemeten hebben
he/she/it would have measured
zouden afgemeten hebben
we would have measured
zouden afgemeten hebben
you all would have measured
zouden afgemeten hebben
they would have measured
Present bijzin tense
afmeet
I measure
afmeet
you measure
afmeet
he/she/it measures
afmeten
we measure
afmeten
you all measure
afmeten
they measure
Past bijzin tense
afmat
I measured
afmat
you measured
afmat
he/she/it measured
afmaten
we measured
afmaten
you all measured
afmaten
they measured
Future bijzin tense
zal afmeten
I will measure
zult afmeten
you will measure
zal afmeten
he/she/it will measure
zullen afmeten
we will measure
zullen afmeten
you all will measure
zullen afmeten
they will measure
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afmeten
I would measure
zou afmeten
you would measure
zou afmeten
he/she/it would measure
zouden afmeten
we would measure
zouden afmeten
you all would measure
zouden afmeten
they would measure
Subjunctive bijzin mood
afmete
I measure
afmete
you measure
afmete
he/she/it measure
afmete
we measure
afmete
you all measure
afmete
they measure
Du
Ihr
Imperative mood
meet af
measure
meet af
measure

Examples of afmeten

Example in DutchTranslation in English
En met mijn pen kan ik een wereld scheppen... waarin moedige mannen als Stanley Minor... verheven worden als de standaard waar we onszelf aan moeten afmeten.And with my pen, I can create a world where brave men like Stanley Minor are exalted as the standard by which we all measure ourselves.
Gaan we onze pijn tegen alkaar afmeten?Are we to measure our pain against each other?
Het gaat niet over afmeten.All right, it's not about measurements.
Hoe kan je dat zelfs maar afmeten?How do we even measure that?
Ik denk dat we onze goedheid moeten afmeten aan wat we omarmen. Aan wat we scheppen. En aan wie we verwelkomen.I think we've got to measure goodness... by what we embrace... what we create... and who we include.
- Exact afgemeten.I measured it exactly.
- Mijn vader komt uit een wereld... waar een man afgemeten wordt door het aantal tackles die je op middelbare school deed... of hoeveel bierblikjes je tegen je hoofd kon pletten.Well, my father comes from a world where a man is measured by how many tackles he made in high school or how many beer cans he can crush against his skull.
Dat betekent dat je menselijkheid wordt afgemeten aan je relatie met anderen.It means a person's humanity... is measured according to their relationship with others.
De waarde van een Alifuru man wordt afgemeten aan hoeveel dochters hij heeft niet zonen, wat erop duidt dat ze vrouwen vereren.An Alifuru man's worth is measured by how many daughters he has, not sons, which indicates that they venerate women.
Door eindeloze herhaling leerde hij lopen met een exact afgemeten pas... van 80 centimeter per schrede oftewel 2000 schreden per landmijl.Through endless repetition, the novice spy learned to walk at an exactly measured pace 31 and a half inches a stride. Or 2,000 paces to the mile.
Juist. Als je 'n man zo snel afmeet aan een kus waarom telt dan z'n vermogen tot gemeenschap niet mee?And if you're so quick to measure a man by a kiss... why not attach a little bit of weight to his ability to intercourse?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aflaten
cease
afmaken
finish
afmalen
do
afmeren
moor
afmixen
do
afmuren
do
afweten
be knowledgeable
bemeten
do
inmeten
survey
nameten
measure again
opmeten
measure

Similar but longer

afmetsen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'measure':

None found.
Learning languages?