Afbieden (to keep bidding) conjugation

Dutch

Conjugation of afbieden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bied af
I keep bidding
biedt af
you keep bidding
biedt af
he/she/it keeps bidding
bieden af
we keep bidding
bieden af
you all keep bidding
bieden af
they keep bidding
Present perfect tense
heb afgeboden
I have kept bidding
hebt afgeboden
you have kept bidding
heeft afgeboden
he/she/it has kept bidding
hebben afgeboden
we have kept bidding
hebben afgeboden
you all have kept bidding
hebben afgeboden
they have kept bidding
Past tense
bood af
I kept bidding
bood af
you kept bidding
bood af
he/she/it kept bidding
boden af
we kept bidding
boden af
you all kept bidding
boden af
they kept bidding
Future tense
zal afbieden
I will keep bidding
zult afbieden
you will keep bidding
zal afbieden
he/she/it will keep bidding
zullen afbieden
we will keep bidding
zullen afbieden
you all will keep bidding
zullen afbieden
they will keep bidding
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afbieden
I would keep bidding
zou afbieden
you would keep bidding
zou afbieden
he/she/it would keep bidding
zouden afbieden
we would keep bidding
zouden afbieden
you all would keep bidding
zouden afbieden
they would keep bidding
Subjunctive mood
biede af
I keep bidding
biede af
you keep bidding
biede af
he/she/it keep bidding
biede af
we keep bidding
biede af
you all keep bidding
biede af
they keep bidding
Past perfect tense
had afgeboden
I had kept bidding
had afgeboden
you had kept bidding
had afgeboden
he/she/it had kept bidding
hadden afgeboden
we had kept bidding
hadden afgeboden
you all had kept bidding
hadden afgeboden
they had kept bidding
Future perf.
zal afgeboden hebben
I will have kept bidding
zal afgeboden hebben
you will have kept bidding
zal afgeboden hebben
he/she/it will have kept bidding
zullen afgeboden hebben
we will have kept bidding
zullen afgeboden hebben
you all will have kept bidding
zullen afgeboden hebben
they will have kept bidding
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeboden hebben
I would have kept bidding
zou afgeboden hebben
you would have kept bidding
zou afgeboden hebben
he/she/it would have kept bidding
zouden afgeboden hebben
we would have kept bidding
zouden afgeboden hebben
you all would have kept bidding
zouden afgeboden hebben
they would have kept bidding
Present bijzin tense
afbied
I keep bidding
afbiedt
you keep bidding
afbiedt
he/she/it keeps bidding
afbieden
we keep bidding
afbieden
you all keep bidding
afbieden
they keep bidding
Past bijzin tense
afbood
I kept bidding
afbood
you kept bidding
afbood
he/she/it kept bidding
afboden
we kept bidding
afboden
you all kept bidding
afboden
they kept bidding
Future bijzin tense
zal afbieden
I will keep bidding
zult afbieden
you will keep bidding
zal afbieden
he/she/it will keep bidding
zullen afbieden
we will keep bidding
zullen afbieden
you all will keep bidding
zullen afbieden
they will keep bidding
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afbieden
I would keep bidding
zou afbieden
you would keep bidding
zou afbieden
he/she/it would keep bidding
zouden afbieden
we would keep bidding
zouden afbieden
you all would keep bidding
zouden afbieden
they would keep bidding
Subjunctive bijzin mood
afbiede
I keep bidding
afbiede
you keep bidding
afbiede
he/she/it keep bidding
afbiede
we keep bidding
afbiede
you all keep bidding
afbiede
they keep bidding
Du
Ihr
Imperative mood
bied af
keep bidding
biedt af
keep bidding

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbidden
do
afbiezen
do
afbijten
bite off
afbikken
do
afbinden
tie
afbladen
do
afkleden
do
afsmeden
do
aftreden
kick down
gebieden
command
opbieden
make a higher bid

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'keep bidding':

None found.
Learning languages?