Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afgeven (to deliver) conjugation

Dutch
22 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
geef af
geeft af
geeft af
geven af
geven af
geven af
Present perfect tense
heb afgegeven
hebt afgegeven
heeft afgegeven
hebben afgegeven
hebben afgegeven
hebben afgegeven
Past tense
gaf af
gaf af
gaf af
gaven af
gaven af
gaven af
Future tense
zal afgeven
zult afgeven
zal afgeven
zullen afgeven
zullen afgeven
zullen afgeven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afgeven
zou afgeven
zou afgeven
zouden afgeven
zouden afgeven
zouden afgeven
Subjunctive mood
geve af
geve af
geve af
geve af
geve af
geve af
Past perfect tense
had afgegeven
had afgegeven
had afgegeven
hadden afgegeven
hadden afgegeven
hadden afgegeven
Future perf.
zal afgegeven hebben
zal afgegeven hebben
zal afgegeven hebben
zullen afgegeven hebben
zullen afgegeven hebben
zullen afgegeven hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgegeven hebben
zou afgegeven hebben
zou afgegeven hebben
zouden afgegeven hebben
zouden afgegeven hebben
zouden afgegeven hebben
Present bijzin tense
afgeef
afgeeft
afgeeft
afgeven
afgeven
afgeven
Past bijzin tense
afgaf
afgaf
afgaf
afgaven
afgaven
afgaven
Future bijzin tense
zal afgeven
zult afgeven
zal afgeven
zullen afgeven
zullen afgeven
zullen afgeven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afgeven
zou afgeven
zou afgeven
zouden afgeven
zouden afgeven
zouden afgeven
Subjunctive bijzin mood
afgeve
afgeve
afgeve
afgeve
afgeve
afgeve
Du
Ihr
Imperative mood
geef af
geeft af

Examples of afgeven

Example in DutchTranslation in English
- Daarom moet Bender het afgeven.That's why Bender will have to make the actual delivery.
- Gewoon een boodschap afgeven.Just deliver a message.
- Ik kwam deze afgeven.- I had to deliver these.
- Ik moest 't persoonlijk afgeven.My instructions were to deliver that to you personally.
- Ik moet de dossiers persoonlijk afgeven.I need to deliver these files in person.
- Die worden nu afgegeven.It's being delivered as we speak.
- Dit is afgegeven.This was hand-delivered.
- Ik heb hem hier afgegeven.I'm not, I delivered it here!
- Over een opname die Jack Bauer hier zojuist heeft afgegeven.- It's about a recording, sir, that Jack Bauer has just delivered here to CTU.
Alle persoonlijke eigendommen moeten worden afgegeven.All personal items to be delivered, we will.
- Iemand die niet wil dat ik m'n boodschap afgeef.Someone who would not want me to deliver my message.
Ms Hewes wil dat ik het afgeef.Miss Hewes asked me to deliver it personally.
Wil jij... dat ik een boodschap afgeef?You want me... [clears throat] To deliver a message?
- Nee, maar ik voel me beter als je hem afgeeft.- No, but I feel myself improve if you deliver him.
Een foto van jou... in de slee, die het cadeautje afgeeft, om te laten zien hoe het echt gedaan moet worden? Nee.A picture of you, in the sleigh, delivering the gift, to show me how it's really done?
Ik vertel je dit omdat ik wil dat je een boodschap afgeeft.I'm telling you this because I need you to deliver a message.
Ik wil alle spelers er aan herinneren dat uw formulieren volledig ingevuld moeten zijn vooraleer je ze afgeeft op de afdeling D...The Louisiana High School Athletic Association would like to remind all players, your forms must be filled out completely before delivering them to station D...
Ik wil dat je een bericht afgeeft aan Raylan Givens.I need you to deliver a message to Raylan Givens.
Als hij die ergens in Los Angeles afgaf... zouden ze z'n moeder verder met rust laten.Told him if he delivered it to an address in Los Angeles, they wouldn't go back and finish the job on his mother.
Cary zei dat hij de cocaïne bij u afgaf.- Cary said - that he delivered the cocaine to you.
Colleen tekende voor een pakje die jij afgaf om 20:14, een uur voor haar dood.Colleen signed for a package that you delivered at 8:14, an hour before she was dead.
Dat ik het dossier afgaf!That I delivered the file !

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afgeren
do
afroven
do
afzeven
do
begeven
go
ingeven
do
nageven
admit
omgeven
surround
opgeven
give up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'deliver':

None found.