Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

aanwerpen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of aanwerpen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
werp aan
I do
werpt aan
you do
werpt aan
he/she/it does
werpen aan
we do
werpen aan
you all do
werpen aan
they do
Present perfect tense
heb aangeworpen
I have done
hebt aangeworpen
you have done
heeft aangeworpen
he/she/it has done
hebben aangeworpen
we have done
hebben aangeworpen
you all have done
hebben aangeworpen
they have done
Past tense
wierp aan
I did
wierp aan
you did
wierp aan
he/she/it did
wierpen aan
we did
wierpen aan
you all did
wierpen aan
they did
Future tense
zal aanwerpen
I will do
zult aanwerpen
you will do
zal aanwerpen
he/she/it will do
zullen aanwerpen
we will do
zullen aanwerpen
you all will do
zullen aanwerpen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanwerpen
I would do
zou aanwerpen
you would do
zou aanwerpen
he/she/it would do
zouden aanwerpen
we would do
zouden aanwerpen
you all would do
zouden aanwerpen
they would do
Subjunctive mood
werpe aan
I do
werpe aan
you do
werpe aan
he/she/it do
werpe aan
we do
werpe aan
you all do
werpe aan
they do
Past perfect tense
had aangeworpen
I had done
had aangeworpen
you had done
had aangeworpen
he/she/it had done
hadden aangeworpen
we had done
hadden aangeworpen
you all had done
hadden aangeworpen
they had done
Future perf.
zal aangeworpen hebben
I will have done
zal aangeworpen hebben
you will have done
zal aangeworpen hebben
he/she/it will have done
zullen aangeworpen hebben
we will have done
zullen aangeworpen hebben
you all will have done
zullen aangeworpen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangeworpen hebben
I would have done
zou aangeworpen hebben
you would have done
zou aangeworpen hebben
he/she/it would have done
zouden aangeworpen hebben
we would have done
zouden aangeworpen hebben
you all would have done
zouden aangeworpen hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanwerp
I do
aanwerpt
you do
aanwerpt
he/she/it does
aanwerpen
we do
aanwerpen
you all do
aanwerpen
they do
Past bijzin tense
aanwierp
I did
aanwierp
you did
aanwierp
he/she/it did
aanwierpen
we did
aanwierpen
you all did
aanwierpen
they did
Future bijzin tense
zal aanwerpen
I will do
zult aanwerpen
you will do
zal aanwerpen
he/she/it will do
zullen aanwerpen
we will do
zullen aanwerpen
you all will do
zullen aanwerpen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanwerpen
I would do
zou aanwerpen
you would do
zou aanwerpen
he/she/it would do
zouden aanwerpen
we would do
zouden aanwerpen
you all would do
zouden aanwerpen
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanwerpe
I do
aanwerpe
you do
aanwerpe
he/she/it do
aanwerpe
we do
aanwerpe
you all do
aanwerpe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
werp aan
do
werpt aan
do

Further details about this page

LOCATION