Verstijven (to stiffen) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of verstijven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verstijf
I stiffen
verstijft
you stiffen
verstijft
he/she/it stiffens
verstijven
we stiffen
verstijven
you all stiffen
verstijven
they stiffen
Present perfect tense
heb verstijfd
I have stiffened
hebt verstijfd
you have stiffened
heeft verstijfd
he/she/it has stiffened
hebben verstijfd
we have stiffened
hebben verstijfd
you all have stiffened
hebben verstijfd
they have stiffened
Past tense
verstijfde
I stiffened
verstijfde
you stiffened
verstijfde
he/she/it stiffened
verstijfden
we stiffened
verstijfden
you all stiffened
verstijfden
they stiffened
Future tense
zal verstijven
I will stiffen
zult verstijven
you will stiffen
zal verstijven
he/she/it will stiffen
zullen verstijven
we will stiffen
zullen verstijven
you all will stiffen
zullen verstijven
they will stiffen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verstijven
I would stiffen
zou verstijven
you would stiffen
zou verstijven
he/she/it would stiffen
zouden verstijven
we would stiffen
zouden verstijven
you all would stiffen
zouden verstijven
they would stiffen
Subjunctive mood
verstijve
I stiffen
verstijve
you stiffen
verstijve
he/she/it stiffen
verstijve
we stiffen
verstijve
you all stiffen
verstijve
they stiffen
Past perfect tense
had verstijfd
I had stiffened
had verstijfd
you had stiffened
had verstijfd
he/she/it had stiffened
hadden verstijfd
we had stiffened
hadden verstijfd
you all had stiffened
hadden verstijfd
they had stiffened
Future perf.
zal verstijfd hebben
I will have stiffened
zal verstijfd hebben
you will have stiffened
zal verstijfd hebben
he/she/it will have stiffened
zullen verstijfd hebben
we will have stiffened
zullen verstijfd hebben
you all will have stiffened
zullen verstijfd hebben
they will have stiffened
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verstijfd hebben
I would have stiffened
zou verstijfd hebben
you would have stiffened
zou verstijfd hebben
he/she/it would have stiffened
zouden verstijfd hebben
we would have stiffened
zouden verstijfd hebben
you all would have stiffened
zouden verstijfd hebben
they would have stiffened
Du
Ihr
Imperative mood
verstijf
stiffen
verstijft
stiffen

Examples of verstijven

Example in DutchTranslation in English
Leugenaars verstijven vaak.Well... Liars tend to, uh, stiffen up.
Niet meteen verstijven.Pete, don't stiffen up on me.
Zuurstof verdrijft, spieren verstijven met een bepaalde snelheid.Oxygen dissipates, muscles stiffen at a certain rate.
Blijf ranselen, krachtig, Phillip, totdat het schuimige verstijft.Continue to whip, vigorously, Phillip until your meringue stiffens.
Ik herhaal het tot mijn tong verstijft...I repeat it till my tongue stiffens...
Je houding verstijft subtiel wanneer hij dichtbij is.Your posture stiffens subtly whenever he gets close.
Ik ben bang dat de modderkuilen mijn knieën verstijfd hebben, koninklijke. Zal ik de wachten dan maar weer roepen?I'm afraid the mud pits have stiffened my knees, royal one.
Voor hen die het niet kennen, dat betekent dat de spieren in zijn hart verstijfd zijn, wat de bloedstroom belemmerd.For those of you who might not be familiar, that means that the muscles in his heart have stiffened, impeding the blood flow.
Flick's rug verstijfde, en zijn lippen krulde in een uitdagende grijns.Flick's spine stiffened, his lips curled in a defiant sneer.
Grace verstijfde toen de klok begon te luiden.Grace stiffened as the bell began its toll

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verblijven
stay
verdrijven
expel
versterven
die
verstieren
spoil
verstikken
suffocate
verstillen
still
verstuiven
vaporize
verwrijven
triturate

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'stiffen':

None found.
Learning languages?