Vermooien (to embellish) conjugation

Dutch

Conjugation of vermooien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vermooi
I embellish
vermooit
you embellish
vermooit
he/she/it embellishes
vermooien
we embellish
vermooien
you all embellish
vermooien
they embellish
Present perfect tense
heb vermooid
I have embellished
hebt vermooid
you have embellished
heeft vermooid
he/she/it has embellished
hebben vermooid
we have embellished
hebben vermooid
you all have embellished
hebben vermooid
they have embellished
Past tense
vermooide
I embellished
vermooide
you embellished
vermooide
he/she/it embellished
vermooiden
we embellished
vermooiden
you all embellished
vermooiden
they embellished
Future tense
zal vermooien
I will embellish
zult vermooien
you will embellish
zal vermooien
he/she/it will embellish
zullen vermooien
we will embellish
zullen vermooien
you all will embellish
zullen vermooien
they will embellish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vermooien
I would embellish
zou vermooien
you would embellish
zou vermooien
he/she/it would embellish
zouden vermooien
we would embellish
zouden vermooien
you all would embellish
zouden vermooien
they would embellish
Subjunctive mood
vermooie
I embellish
vermooie
you embellish
vermooie
he/she/it embellish
vermooie
we embellish
vermooie
you all embellish
vermooie
they embellish
Past perfect tense
had vermooid
I had embellished
had vermooid
you had embellished
had vermooid
he/she/it had embellished
hadden vermooid
we had embellished
hadden vermooid
you all had embellished
hadden vermooid
they had embellished
Future perf.
zal vermooid hebben
I will have embellished
zal vermooid hebben
you will have embellished
zal vermooid hebben
he/she/it will have embellished
zullen vermooid hebben
we will have embellished
zullen vermooid hebben
you all will have embellished
zullen vermooid hebben
they will have embellished
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vermooid hebben
I would have embellished
zou vermooid hebben
you would have embellished
zou vermooid hebben
he/she/it would have embellished
zouden vermooid hebben
we would have embellished
zouden vermooid hebben
you all would have embellished
zouden vermooid hebben
they would have embellished
Du
Ihr
Imperative mood
vermooi
embellish
vermooit
embellish

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

vergooien
throw away
vermoeden
conjecture
vermoeien
weary
vermoeren
do
vermoffen
do
vermolmen
do
vermommen
disguise
vermorsen
waste

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verknutselen
do
verkonden
do
verlustigen
amuse
vermaledijen
do
vermolmen
do
vermommen
disguise
vermoorden
murder
vernederen
humiliate
verootmoedigen
humble
verpachten
lease

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'embellish':

None found.
Learning languages?