Verbinden (to connect) conjugation

Dutch
26 examples

Conjugation of verbinden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verbind
I connect
verbindt
you connect
verbindt
he/she/it connects
verbinden
we connect
verbinden
you all connect
verbinden
they connect
Present perfect tense
heb verbonden
I have connected
hebt verbonden
you have connected
heeft verbonden
he/she/it has connected
hebben verbonden
we have connected
hebben verbonden
you all have connected
hebben verbonden
they have connected
Past tense
verbond
I connected
verbond
you connected
verbond
he/she/it connected
verbonden
we connected
verbonden
you all connected
verbonden
they connected
Future tense
zal verbinden
I will connect
zult verbinden
you will connect
zal verbinden
he/she/it will connect
zullen verbinden
we will connect
zullen verbinden
you all will connect
zullen verbinden
they will connect
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verbinden
I would connect
zou verbinden
you would connect
zou verbinden
he/she/it would connect
zouden verbinden
we would connect
zouden verbinden
you all would connect
zouden verbinden
they would connect
Subjunctive mood
verbinde
I connect
verbinde
you connect
verbinde
he/she/it connect
verbinde
we connect
verbinde
you all connect
verbinde
they connect
Past perfect tense
had verbonden
I had connected
had verbonden
you had connected
had verbonden
he/she/it had connected
hadden verbonden
we had connected
hadden verbonden
you all had connected
hadden verbonden
they had connected
Future perf.
zal verbonden hebben
I will have connected
zal verbonden hebben
you will have connected
zal verbonden hebben
he/she/it will have connected
zullen verbonden hebben
we will have connected
zullen verbonden hebben
you all will have connected
zullen verbonden hebben
they will have connected
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verbonden hebben
I would have connected
zou verbonden hebben
you would have connected
zou verbonden hebben
he/she/it would have connected
zouden verbonden hebben
we would have connected
zouden verbonden hebben
you all would have connected
zouden verbonden hebben
they would have connected
Du
Ihr
Imperative mood
verbind
connect
verbindt
connect

Examples of verbinden

Example in DutchTranslation in English
"Verkrachting" moet in de titel staan om het te verbinden met het verhaal. Een klein concert...ergens."Rape" has to be in the title to connect it with the story- a small concert... somewhere.
'Is computer daar? ' En hij gaat, 'ik zal je verbinden met computerspel'?"Hi, is computer there?" And it's like, "I'll connect you to video game"?
- Hopelijk vinden de technici DNA verbinden.We're hoping c.S.U. Can connect him with DNA.
- Ik probeer alleen maar te verbinden.I'm just trying to connect.
- Ik snijd uw borstkas open en leg u aan de bypass, waarna wij de linker- en de rechterkamer verbinden.Then I'llopen your chest and put you on bypass, at which point we will connect the left atrium
"Een orgaan in de neus holte die reuken met herinneringen verbind."An organ in the nasal cavity connecting smells to memories.
- Een ogenblik, ik verbind je door... met rector Charleston en Paris Gellar.- This is Rory Gilmore. Please hold. I'm connecting Headmaster Charleston and Paris Gellar.
- Ik verbind de micro van het hoortoestel en ben bijna klaar met het oorstuk.I've finished connecting the hearing aid's microphone, and I've almost done the earpiece.
- Ik verbind u nu door.- I'm connecting you now.
- Laat de connectie los... die je verbind met de realiteit van elke dag.Let go of the connection that binds you to your everyday reality.
"The Facebook verbindt mensen "via verschillende netwerken."The Facebook is an online directory that connects people "through different social networks.
- Dat verbindt Ian ook niet met Kevin.That doesn't connect Ian to Kevin.
- Er staat iets op die schijfjes, dat Chambers verbindt met de moord op Hassan.I think there's something on those disks that connected Chambers to the murder of Hassan.
- Het tint de kleuren en verbindt ze.It tints all the colors. It connects them.
- Iets, materiaal dat Lori verbindt met deze lange donkere vreemde?- Something, anything material that connects Lori to this tall, dark stranger?
"en al diegene die met hem verbonden zijn."and all those connected with him.
'Ik weet niet hoe men op het idee is gekomen dat ik Irak heb verbonden aan 11 septemeber'I don't know how people got the idea that I connected Iraq to 9/11.
'Kerst houdt ons verbonden in vrede."Christmas keeps us connected to each other in peace.
'U wordt door verbonden naar de klantenservice die verder...'"You will be connected to a Customer Service Representative who will handle ... "
't Is modern, alles is verbonden.It's modern, everything's connected.
- Als de man zijn telefoon verbond met Wifi, kan de router zijn unieke MAC-addres hebben.If the man connected his phone to the wi-fi, the router would have logged his unique M.A.C. address.
- Daarvoor verbond je mijn conferentiegesprek... met een Chinees restaurant.- And before that, you connected my conference call to a Chinese restaurant.
Dat gezicht toen ze de gsm vonden... die hem aan de dader verbond.Should have seen his face when police found the phone that connected him to Trent's murder.
Dat is wat hem verbond met zijn partner.That's what he connected to In the partner.
De moord op hem verbond hen, Reid.Her loved husband's murder connected them, Reid!
Vanaf zijn kust aan de Beringstraat ontwikkelt zich in de terugtrekkende zee een gigantische brug duizenden kilometers breed, Azië met Amerika verbindend.Off it's Bering sea coastline the retreating ocean exposes a great land bridge a thousand miles wide connecting Asia to America.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

herbinden
rebind
verbedden
do
verbeiden
abide
verbidden
do
verbieden
prohibit
verbijten
stifle
verbreden
broaden
verkonden
do
verpanden
pawn
verwinden
do
verwonden
injure
verzanden
silt
verzenden
send

Similar but longer

verblinden
dazzle

Random

vastspijkeren
spike
vendelen
flag waving
veralgemenen
generalize
verbeestelijken
do
verbieden
prohibit
verbijzonderen
particularize
verbitteren
embitter
verbruiken
consume
verdergaan
pass on
verderzetten
continue

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'connect':

None found.
Learning languages?