Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verbidden (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verbid
verbidt
verbidt
verbidden
verbidden
verbidden
Present perfect tense
heb verbeden
hebt verbeden
heeft verbeden
hebben verbeden
hebben verbeden
hebben verbeden
Past tense
verbad
verbad
verbad
verbaden
verbaden
verbaden
Future tense
zal verbidden
zult verbidden
zal verbidden
zullen verbidden
zullen verbidden
zullen verbidden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verbidden
zou verbidden
zou verbidden
zouden verbidden
zouden verbidden
zouden verbidden
Subjunctive mood
verbidde
verbidde
verbidde
verbidde
verbidde
verbidde
Past perfect tense
had verbeden
had verbeden
had verbeden
hadden verbeden
hadden verbeden
hadden verbeden
Future perf.
zal verbeden hebben
zal verbeden hebben
zal verbeden hebben
zullen verbeden hebben
zullen verbeden hebben
zullen verbeden hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verbeden hebben
zou verbeden hebben
zou verbeden hebben
zouden verbeden hebben
zouden verbeden hebben
zouden verbeden hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verbid
verbidt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verbedden
do
verbeiden
abide
verbieden
prohibit
verbijten
stifle
verbinden
connect
verbreden
broaden
verwedden
bet

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.