Uitwenen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of uitwenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ween uit
I do
weent uit
you do
weent uit
he/she/it does
wenen uit
we do
wenen uit
you all do
wenen uit
they do
Present perfect tense
heb uitgeweend
I have done
hebt uitgeweend
you have done
heeft uitgeweend
he/she/it has done
hebben uitgeweend
we have done
hebben uitgeweend
you all have done
hebben uitgeweend
they have done
Past tense
weende uit
I did
weende uit
you did
weende uit
he/she/it did
weenden uit
we did
weenden uit
you all did
weenden uit
they did
Future tense
zal uitwenen
I will do
zult uitwenen
you will do
zal uitwenen
he/she/it will do
zullen uitwenen
we will do
zullen uitwenen
you all will do
zullen uitwenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitwenen
I would do
zou uitwenen
you would do
zou uitwenen
he/she/it would do
zouden uitwenen
we would do
zouden uitwenen
you all would do
zouden uitwenen
they would do
Subjunctive mood
wene uit
I do
wene uit
you do
wene uit
he/she/it do
wene uit
we do
wene uit
you all do
wene uit
they do
Past perfect tense
had uitgeweend
I had done
had uitgeweend
you had done
had uitgeweend
he/she/it had done
hadden uitgeweend
we had done
hadden uitgeweend
you all had done
hadden uitgeweend
they had done
Future perf.
zal uitgeweend hebben
I will have done
zal uitgeweend hebben
you will have done
zal uitgeweend hebben
he/she/it will have done
zullen uitgeweend hebben
we will have done
zullen uitgeweend hebben
you all will have done
zullen uitgeweend hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeweend hebben
I would have done
zou uitgeweend hebben
you would have done
zou uitgeweend hebben
he/she/it would have done
zouden uitgeweend hebben
we would have done
zouden uitgeweend hebben
you all would have done
zouden uitgeweend hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitween
I do
uitweent
you do
uitweent
he/she/it does
uitwenen
we do
uitwenen
you all do
uitwenen
they do
Past bijzin tense
uitweende
I did
uitweende
you did
uitweende
he/she/it did
uitweenden
we did
uitweenden
you all did
uitweenden
they did
Future bijzin tense
zal uitwenen
I will do
zult uitwenen
you will do
zal uitwenen
he/she/it will do
zullen uitwenen
we will do
zullen uitwenen
you all will do
zullen uitwenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitwenen
I would do
zou uitwenen
you would do
zou uitwenen
he/she/it would do
zouden uitwenen
we would do
zouden uitwenen
you all would do
zouden uitwenen
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitwene
I do
uitwene
you do
uitwene
he/she/it do
uitwene
we do
uitwene
you all do
uitwene
they do
Du
Ihr
Imperative mood
ween uit
do
weent uit
do

Examples of uitwenen

Example in DutchTranslation in English
"Je ogen uitwenen" betekend niet dat je oogballen uitvallen.."Cried your eyes out" doesn't mean your eyeballs fall out.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitbenen
bone
uitlenen
lend out
uitvenen
do
uitwegen
weigh out
uitweken
do
uitwonen
fuck

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

uitlijnen
align
uittillen
lift out
uitvlooien
do
uitwegen
weigh out
uitweiden
digress
uitweken
do
uitwerken
work out
uitwippen
lift up
uitzeilen
sail
uitzoomen
out

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?