Uitwaaien (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of uitwaaien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
waai uit
I do
waait uit
you do
waait uit
he/she/it does
waaien uit
we do
waaien uit
you all do
waaien uit
they do
Present perfect tense
heb uitgewaaid
I have done
hebt uitgewaaid
you have done
heeft uitgewaaid
he/she/it has done
hebben uitgewaaid
we have done
hebben uitgewaaid
you all have done
hebben uitgewaaid
they have done
Past tense
waaide uit;woei uit
I did
waaide uit;woei uit
you did
waaide uit;woei uit
he/she/it did
waaiden uit;woeien uit
we did
waaiden uit;woeien uit
you all did
waaiden uit;woeien uit
they did
Future tense
zal uitwaaien
I will do
zult uitwaaien
you will do
zal uitwaaien
he/she/it will do
zullen uitwaaien
we will do
zullen uitwaaien
you all will do
zullen uitwaaien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitwaaien
I would do
zou uitwaaien
you would do
zou uitwaaien
he/she/it would do
zouden uitwaaien
we would do
zouden uitwaaien
you all would do
zouden uitwaaien
they would do
Subjunctive mood
waaie uit
I do
waaie uit
you do
waaie uit
he/she/it do
waaie uit
we do
waaie uit
you all do
waaie uit
they do
Past perfect tense
had uitgewaaid
I had done
had uitgewaaid
you had done
had uitgewaaid
he/she/it had done
hadden uitgewaaid
we had done
hadden uitgewaaid
you all had done
hadden uitgewaaid
they had done
Future perf.
zal uitgewaaid hebben
I will have done
zal uitgewaaid hebben
you will have done
zal uitgewaaid hebben
he/she/it will have done
zullen uitgewaaid hebben
we will have done
zullen uitgewaaid hebben
you all will have done
zullen uitgewaaid hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgewaaid hebben
I would have done
zou uitgewaaid hebben
you would have done
zou uitgewaaid hebben
he/she/it would have done
zouden uitgewaaid hebben
we would have done
zouden uitgewaaid hebben
you all would have done
zouden uitgewaaid hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitwaai
I do
uitwaait
you do
uitwaait
he/she/it does
uitwaaien
we do
uitwaaien
you all do
uitwaaien
they do
Past bijzin tense
uitwaaide;uitwoei
I did
uitwaaide;uitwoei
you did
uitwaaide;uitwoei
he/she/it did
uitwaaiden;uitwoeien
we did
uitwaaiden;uitwoeien
you all did
uitwaaiden;uitwoeien
they did
Future bijzin tense
zal uitwaaien
I will do
zult uitwaaien
you will do
zal uitwaaien
he/she/it will do
zullen uitwaaien
we will do
zullen uitwaaien
you all will do
zullen uitwaaien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitwaaien
I would do
zou uitwaaien
you would do
zou uitwaaien
he/she/it would do
zouden uitwaaien
we would do
zouden uitwaaien
you all would do
zouden uitwaaien
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitwaaie
I do
uitwaaie
you do
uitwaaie
he/she/it do
uitwaaie
we do
uitwaaie
you all do
uitwaaie
they do
Du
Ihr
Imperative mood
waai uit
do
waait uit
do

Examples of uitwaaien

Example in DutchTranslation in English
Even uitwaaien op het holodek.It would do you good to have some fresh holodeck air.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitwalsen
roll
uitzaaien
sow

Similar but longer

uitwaaieren
do
uitzwaaien
do

Random

uitstippelen
alight
uittikken
type out
uittrekken
resign
uitvenen
do
uitvoegen
grout
uitvriezen
do
uitwaaieren
do
uitwijzen
extradite
uitzwellen
do
uitzwenken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?