Uitrollen (to unroll) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of uitrollen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rol uit
I unroll
rolt uit
you unroll
rolt uit
he/she/it unrolls
rollen uit
we unroll
rollen uit
you all unroll
rollen uit
they unroll
Present perfect tense
heb uitgerold
I have unrolled
hebt uitgerold
you have unrolled
heeft uitgerold
he/she/it has unrolled
hebben uitgerold
we have unrolled
hebben uitgerold
you all have unrolled
hebben uitgerold
they have unrolled
Past tense
rolde uit
I unrolled
rolde uit
you unrolled
rolde uit
he/she/it unrolled
rolden uit
we unrolled
rolden uit
you all unrolled
rolden uit
they unrolled
Future tense
zal uitrollen
I will unroll
zult uitrollen
you will unroll
zal uitrollen
he/she/it will unroll
zullen uitrollen
we will unroll
zullen uitrollen
you all will unroll
zullen uitrollen
they will unroll
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitrollen
I would unroll
zou uitrollen
you would unroll
zou uitrollen
he/she/it would unroll
zouden uitrollen
we would unroll
zouden uitrollen
you all would unroll
zouden uitrollen
they would unroll
Subjunctive mood
rolle uit
I unroll
rolle uit
you unroll
rolle uit
he/she/it unroll
rolle uit
we unroll
rolle uit
you all unroll
rolle uit
they unroll
Past perfect tense
had uitgerold
I had unrolled
had uitgerold
you had unrolled
had uitgerold
he/she/it had unrolled
hadden uitgerold
we had unrolled
hadden uitgerold
you all had unrolled
hadden uitgerold
they had unrolled
Future perf.
zal uitgerold hebben
I will have unrolled
zal uitgerold hebben
you will have unrolled
zal uitgerold hebben
he/she/it will have unrolled
zullen uitgerold hebben
we will have unrolled
zullen uitgerold hebben
you all will have unrolled
zullen uitgerold hebben
they will have unrolled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgerold hebben
I would have unrolled
zou uitgerold hebben
you would have unrolled
zou uitgerold hebben
he/she/it would have unrolled
zouden uitgerold hebben
we would have unrolled
zouden uitgerold hebben
you all would have unrolled
zouden uitgerold hebben
they would have unrolled
Present bijzin tense
uitrol
I unroll
uitrolt
you unroll
uitrolt
he/she/it unrolls
uitrollen
we unroll
uitrollen
you all unroll
uitrollen
they unroll
Past bijzin tense
uitrolde
I unrolled
uitrolde
you unrolled
uitrolde
he/she/it unrolled
uitrolden
we unrolled
uitrolden
you all unrolled
uitrolden
they unrolled
Future bijzin tense
zal uitrollen
I will unroll
zult uitrollen
you will unroll
zal uitrollen
he/she/it will unroll
zullen uitrollen
we will unroll
zullen uitrollen
you all will unroll
zullen uitrollen
they will unroll
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitrollen
I would unroll
zou uitrollen
you would unroll
zou uitrollen
he/she/it would unroll
zouden uitrollen
we would unroll
zouden uitrollen
you all would unroll
zouden uitrollen
they would unroll
Subjunctive bijzin mood
uitrolle
I unroll
uitrolle
you unroll
uitrolle
he/she/it unroll
uitrolle
we unroll
uitrolle
you all unroll
uitrolle
they unroll
Du
Ihr
Imperative mood
rol uit
unroll
rolt uit
unroll

Examples of uitrollen

Example in DutchTranslation in English
- Ik vind dat we de loper moeten uitrollen.-We should unroll the welcome mat.
- Ze gaan het tapijt niet uitrollen in het midden van een parkeerplaats bij het winkelcentrum.- They're not going to unroll a carpet in the middle of a shopping centre parking lot. We've got a bug in the van.
Dat is waar de Boeddhistische monniken alle wandkleden op de berg uitrollen toch?That's where the Buddhist monks... unroll all the tapestries on the hill, right?
Je moet hem wel uitrollen, jongen.You have to unroll it, dude.
We wilden het niet uitrollen op de straat waar we het vonden.We weren't gonna unroll it on the street where we found it.
Als de sheriff de rode loper had uitgerold... was het niet mooier geweest.Ain't it perfect? If he'd unrolled a red carpet it couldn't have been more ideal.
Hij heeft mijn tapijt uitgerold.No, l'm not. He unrolled me.
Ik liet Sassy er voor opdraaien voor die keer dat ik het toiletpapier helemaal in huis uitrolde.I let Sassy take the heat for the time I unrolled the toilet paper all over the house.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontrollen
unroll
uitbellen
dial
uitbollen
bell
uitgillen
scream
uithollen
cough
uitpellen
weed
uitroeien
eradicate
uitroepen
proclaim
uitronden
do
uitrotten
do
uittellen
pull up
uittillen
lift out
uitvallen
fall out

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'unroll':

None found.
Learning languages?